NDFF Verspreidingsatlas | Lepiota magnispora - Geelbruine wolsteelparasolzwam

	algemeen \| overzicht 1995 \| taxonomie \| artikelen (3) \| standaardwerken (8) \| trend en fenologie \| feedback (0)

Taxonomie/morfologie
Groep: Gemengde morfologische en taxonomische groepsindeling (Standaardlijst 2013 p. 25-26)	Basidiomyceten, agaricoïd (plaatjeszwammen, incl. Russula’s en verwanten) (Bag)
NMV soortcode: Soortcode in NMV Standaardlijst 2013	0073370
Synoniemen:	Lepiota ventriosospora

Ecologie Standaardlijst 2013, p. 31-38
Functionele groep: Functie in het ecosysteem, met code	Terrestrische (bodembewonende) saprotroof (St)
Habitat: Biotoop waarin de soort meestal voorkomt, met code	loofbos, rijk zand (15)
Substraat: Substraat waarop de soort meestal groeit, met code	humus (12)

Verspreiding/bedreiging
Zeldzaamheid: Gebaseerd op gevalideerde waarnemingen in de periode 2004 t/m 2023. Wordt één keer per jaar bijgewerkt.	vrij zeldzaam (z)
Rode Lijst 2008 RL 2008 categorie (samenvatting in Standaardlijst 2013, p. 42-43); * betekent afgeleid, niet expliciet in publicatie)	Thans niet bedreigd (TNB)
Klimaatopwarming: Gevoeligheid voor opwarming van het klimaat (Standaardlijst 2013, p. 41-42)	geen effect
Verzuring: Gevoeligheid voor verzuring (Standaardlijst 2013, p. 41-42)	geen effect
Vermesting: Gevoeligheid voor vermesting (Standaardlijst 2013, p. 41-42)	geen effect
Verdroging: Gevoeligheid voor verdroging (Standaardlijst 2013, p. 41-42)	geen effect

Determinatie/bewijs Gewenste vorm van onderzoek, bewijs of opgave (Standaardlijst 2013, p. 29-30)
Microscopie: Onderzoek aan sporen, basidiën/asci, cystiden, hyfen, etc.	Microscopische controle is nodig voor zekere determinatie
Bewijs:	foto met relevante kenmerken gewenst

Tekst uit het Overzicht van de Paddestoelen in Nederland (1995)

Lepiota ventriosospora D. Reid
Geelbruine wolsteelparasolzwam

Synoniemen
Lepiota ventriosospora var. fulva M. Bon

Misapplicaties
Lepiota metulispora sensu Bres.

Illustraties
Candusso & Lanzoni, Lepiota s.l.: pl. 17. 1990; Cetto, Funghi Vero 2: pl. 409. 1978; Dähncke & Dähncke, 700 Pilze: 315. 1979; R. Phillips, Paddest. Schimm.: 28. 1981.

Beschrijving
Kelderman, Coolia 32: 67-70. 1989; Kelderman, Parasolzw. Z.-Limb.: 68-71 (beide als var. ventriosospora en var. fulva); D. Reid, Trans. Br. mycol. Soc. 41: 427. 1958.

Verspreiding
Vrij zeld., vooral in R, Y en Z, zeld. in P en L, niet in W, N, F en E.

Oecologie
Saprotroof op met veel humus of los strooisel bedekte, zandige tot lemige, oppervlakkig verzuurde bodems, zowel in loof- als naaldbos, ook op mijnsteenstort met opslag van vooral Berk (Betula) en Wilg (Salix).

Variëteiten
Behalve var. ventriosospora (073.37.2.) met overwegend gelig pigment wordt een zeer zeld. var. fulva M. Bon (073.37.1.) onderscheiden met meer rossig bruine tinten. De taxonomische waarde van dit onderscheid is twijfelachtig.

Opmerkingen
Onderscheidt zich van de veel lichtere Lepiota clypeolaria o.a. in de bruine (-gele) tinten en de wat anders gevormde, gemiddeld grotere sporen: 16-22x 4.5-6 μm, Q=3-4 (i.p.v. 12-17x4-6 μm, Q=2.0-3.5).

	m	d	w	d	v	z	z
48	25	26	27	28	29	30	1
49	2	3	4	5	6	7	8
50	9	10	11	12	13	14	15
51	16	17	18	19	20	21	22
52	23	24	25	26	27	28	29
53	30	31	1	2	3	4	5

	m	d	w	d	v	z	z
48	25	26	27	28	29	30	1
49	2	3	4	5	6	7	8
50	9	10	11	12	13	14	15
51	16	17	18	19	20	21	22
52	23	24	25	26	27	28	29
53	30	31	1	2	3	4	5

Feedback

	m	d	w	d	v	z	z
48	25	26	27	28	29	30	1
49	2	3	4	5	6	7	8
50	9	10	11	12	13	14	15
51	16	17	18	19	20	21	22
52	23	24	25	26	27	28	29
53	30	31	1	2	3	4	5