Inleiding
In Nederland komen naast de gewone klimop (Hedera helix) af en toe andere soorten voor. Deze soorten zijn goed te herkennen aan de vorm van de sterharen aan de onderzijde van het blad, maar ook het blad bevat onderscheidende kenmerken.
Vergelijking
|
|
Hedera helix |
Hedera hibernica
|
Hedera colchica |
Chromosoomgetal |
|
2n = 48 (diploid)
|
2n = 96 (tetraploid)
|
2n = 192 (octoploid) |
Sterharen aan de onderzijde van het blad |
aantal stralen |
<10 |
<10 |
>10 |
|
vergroeid of vrij |
grotendeels vrij |
grotendeels vrij |
stralen aan de basis schildvormig vergroeid |
|
afstaand of aanliggend |
sterharen afstaand, een hoek makend met bladoppervlak
|
sterharen aanliggend, parallel aan bladoppervlak
|
sterharen aanliggend, parallel aan bladoppervlak
|
Jonge bladen (6-8 knopen van de stengeltop)
|
bladschijf |
(3-) 5-lobbig en 3-6 cm breed
|
5-lobbig en 6-9 cm breed
|
ongelobd, hartvormig
|
|
bladsteel |
bladsteel kort, 3-5,5 cm
|
bladsteel lang, 5-12 cm
|
|
|
nerven |
nerven meestal duidelijk wit contrasterend
|
nerven niet opvallend wit contrasterend
|
|
Volgroeide bladen |
bladrand |
doorzichtige bladrand niet duidelijk vanwege naar beneden gekromde bladrand
|
doorzichtige bladrand meestal duidelijk vanwege naar boven gekromde bladrand
|
|
|
geur bij kneuzing |
zwakke geur bij kneuzing, meestal nogal scherp
|
sterke geur bij kneuzing, vaak dennenachtig, zoet
|
|
Groei |
groeisnelheid |
minder krachtige groei, internodïen
3-8 cm lang
|
krachtige groei, internodïen tot wel
18 cm lang of langer
|
|
|
habitus |
“tapijt” van liggende stengels tot enkele cm hoog.
|
“tapijt” van liggende stengels tot wel
20 cm hoog
|
|
Foto |
sterharen
|
|
|
|
|
habitus |
|
|
|