< Meer determinatiehulpen

laatst gewijzigd op 18-11-2021

Fakkelgrassen

Stef van Walsum


Inleiding

Sinds de komst van de 24e editie van de Heukels Flora van Nederland wordt naast Smal fakkelgras (Koeleria micrantha) & Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata) ook Duinfakkelgras (Koeleria albescens) onderscheiden. Duinfakkelgras lijkt het meest op Smal fakkelgras. Vondsten in de duinen betreffen vermoedelijk allemaal Duinfakkelgras, in het binnenland Smal fakkelgras. Duinfakkelgras wordt soms aangevoerd met zaadmengsel of zand vanuit de duinen en kan je dan ook in het binnenland aantreffen.

Vergelijking

Gebaseerd op de 24e editie van de Heukels Flora (Duistermaat, 2020)

 

Duinfakkelgras

Koeleria albescens

Breed fakkelgras

Koeleria pyramidata

Smal fakkelgras

Koeleria macrantha

Voorkomen

Kalkhoudende grond in de duinen

Kalkgraslanden

Rivierduinen, spoordijken & kalkgraslanden

Bloeiwijzesteel

Tot in de bloeiwijze dicht behaard

Kaal, of de bovenste 2 cm spaarzaam behaard

Kaal, of de bovenste 2 cm spaarzaam behaard

Lagere stengeldelen (niet de bladscheden!)

Tenminste  onder de knopen behaard

Kaal, of onder de knopen spaarzaam behaard

Kaal, of onder de knopen spaarzaam behaard

Bladen

Meestal ingerold. Zeer dicht bezet met korte haartjes, daarnaast met lange haren (vooral aan de bladvoet). 

Meestal vlak. Alleen met lange haren, vaak alleen aanwezig aan de bladranden.

Vlak of gevouwen. Zeer dicht bezet met korte haartjes, daarnaast met lange haren (vooral aan de bladvoet).

Onderste takken

Alle takken meestal rechtopstaand

Meestal afstaand

Alle takken meestal rechtopstaand

Bladbreedte

1-2 mm

2-3,5 mm

1-2,5 mm

Lengte bloeiwijze

4-7 cm

(6-) 8-16 (-19) cm

4-7 cm 

Lengte aartjes

4-6 mm

6-8 mm

4-6 mm

Stengeldikte (t.h.v. de bovenste bladschede)

0,6-0,8 mm

tot 1,5 mm

0,6-0,8 mm

Determinatiesleutel

1
Bloeiwijzesteel kaal of de bovenste 2 cm (spaarzaam) behaard. De lagere stengeldelen (niet de bladscheden) kaal of onder de knopen spaarzaam behaard. Bladen meestal vlak of gevouwen.
2
 
-
Bloeiwijzesteel in de bovenste helft dicht behaard. De lagere stengeldelen ten minste onder de knopen behaard. Bladen meestal ingerold.
 
In de duinen. Soms aangevoerd met duinzand.
 
2 (1)
Bladen alleen met lange haren, 2-3,5 mm breed
 
In het rivierengebied op rivierduin. Soms aangevoerd of uitgebreid op andere zandige plekken.
-
Bladen zeer dicht bezet met korte haartjes, daarnaast met lange haren (met name aan de bladvoet), 1-2,5 mm breed
 
Hoofdzakelijk in kalkgrasland in Zuid-Limburg.
 

Literatuur

Hartsen, F.A. (1868) Koeleria cristata - Kamdragende Koeleria Flora Batava 13: 1022-1022.
 
Jansen, P. (1928) Koeleria. De Levende Natuur 33: 12-17. 
 
Jansen, P. (1951) Gramineae. Flora Neerlandica : 7-274. 
 
Quintanar, A.;Castroviejo, S. (2013) Taxonomic revision of Koeleria (Poaceae) in the Western mediterranean basin and Macaronesia. Systematic Botany 38: 1029-1061. 
 
Sloff, J.G.;van Soest, J.L. (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II. Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306. 
 
Vigano, W. (2004) Ein Nachweis von Koeleria macrantha (Ledeb.) Schult. (1824) im Ostsauerland. Floristische Rundbriefe 38: 27-28.