Zwarte els

Alnus glutinosa


© Peter Meininger

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - februari - maart

Hoogte - 3,00-24,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig

Wortels - Een sterk vertakt, diepgaand wortelstelsel.

Stengels/takken - Jonge takken en knoppen zijn kleverig en kaal. De gesteelde knoppen zijn paarsachtig.

Bladeren - De tot 10 cm lange bladeren zijn vrijwel rond tot omgekeerd eirond, met de grootste breedte in of boven het midden. Ze zijn ongelijk gezaagd en meestal met een wigvormige voet en een afgeronde stompe of iets ingesneden top. Er zijn vijf tot acht paar zijnerven. Van onderen zijn ze alleen in de nerfoksels behaard.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). Mannelijke katjes zijn geel, de vrouwelijke roodbruin. De steel is 1-3 cm. Ze groeien aan dezelfde takken. De bloemen verschijnen eerder dan de bladeren.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De elzenproppen zijn gesteeld, kegelachtig en verhouten. De zaden zijn niet of nauwelijks gevleugeld. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselarme tot meestal voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond (o.a. rivierklei, kleiig laagveen, lemige beekdalgrond en venige laagten in zand- en kleigebieden).

Groeiplaats - Bossen (moerasbossen en loofbossen), bosranden en waterkanten (o.a. beschoeiingen van kanalen en in voegen van sluismuren).
Familie: Betulaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: natte bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website