Ecologie & verspreiding
Duist is een soort van wintergraanakkers en omgewerkte grond; daarmee heeft het een vergelijkbaar leefpatroon als graanplanten. Duist heeft een grote vochtbehoefte en groeit bij voorkeur op een compacte, relatief kalkrijke bodem. De soort komt voor langs de grote rivieren en in Zeeland; daarnaast in Noord Friesland en Noord en Noord-Oost Groningen. Het is een winterannuel: een eenjarige plant die kiemt in de herfst en bloeit in de voorzomer. Uitgestoelde kiemplanten overleven nog een temperatuur van -25 graden. Het gras onderscheidt zich van de andere soort in het geslacht Alopecurus door een afgeknot en getand tongetje. De Nederlandse naam Duist verwijst mogelijk naar de “duister zwart-grijze” kleur van de bloeiwijze. Begeleiders zijn Echte kamille, Grote klaproos (ook een winterannuel) en Herik. Duist is van vroeger bekend van de associatie van Ruige klaproos op kalkhoudende grond.
Duist is een soort van wintergraanakkers en omgewerkte grond; daarmee heeft het een vergelijkbaar leefpatroon als graanplanten. Duist heeft een grote vochtbehoefte en groeit bij voorkeur op een compacte, relatief kalkrijke bodem. De soort komt voor langs de grote rivieren en in Zeeland; daarnaast in Noord Friesland en Noord en Noord-Oost Groningen. Het is een winterannuel: een eenjarige plant die kiemt in de herfst en bloeit in de voorzomer. Uitgestoelde kiemplanten overleven nog een temperatuur van -25 graden. Het gras onderscheidt zich van de andere soort in het geslacht Alopecurus door een afgeknot en getand tongetje. De Nederlandse naam Duist verwijst mogelijk naar de “duister zwart-grijze” kleur van de bloeiwijze. Begeleiders zijn Echte kamille, Grote klaproos (ook een winterannuel) en Herik. Duist is van vroeger bekend van de associatie van Ruige klaproos op kalkhoudende grond.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,20-0,80 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte tot 50 cm.
Stengels/takken -
Bladeren - Het tongetje is afgeknot en getand.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 2-12 cm lange en 3-6 mm brede bloeiwijze is bleek en aan de zonnige kant vaak paars aangelopen. De aar is naar boven zeer geleidelijk versmald. De aartjes zijn 4½-7 mm lang en staan met één tot twee bij elkaar aan één zijtakje. De kelkkafjes zijn tot ongeveer halverwege vergroeid. De kiel heeft zeer smalle vleugels en is zeer kort behaard.
Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, kalkhoudende, compacte grond (zeeklei, rivierklei, leem, löss en mergel).
Groeiplaats - Akkers (wintergraanakkers, koolzaad- en karwijvelden), ruderale plaatsen, storttereinen, plantsoenen, omgewerkte grond, wegranden, braakliggende grond, tussen straatstenen en langs spoorwegen (spoorwegterreinen).
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,20-0,80 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte tot 50 cm.
Stengels/takken -
Bladeren - Het tongetje is afgeknot en getand.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 2-12 cm lange en 3-6 mm brede bloeiwijze is bleek en aan de zonnige kant vaak paars aangelopen. De aar is naar boven zeer geleidelijk versmald. De aartjes zijn 4½-7 mm lang en staan met één tot twee bij elkaar aan één zijtakje. De kelkkafjes zijn tot ongeveer halverwege vergroeid. De kiel heeft zeer smalle vleugels en is zeer kort behaard.
Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, kalkhoudende, compacte grond (zeeklei, rivierklei, leem, löss en mergel).
Groeiplaats - Akkers (wintergraanakkers, koolzaad- en karwijvelden), ruderale plaatsen, storttereinen, plantsoenen, omgewerkte grond, wegranden, braakliggende grond, tussen straatstenen en langs spoorwegen (spoorwegterreinen).
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke akkers