Ecologie & verspreiding
Ectomycorrhizapartner van oude loof- en naaldbomen, vooral Eik, Beuk en Grove den op droge, voedselarme, humusarme zandgrond zonder strooisellaag, vaak in zandverstuivingen. De vruchtlichamen kunnen zeer ver, tot 20 m, van de boom groeien in het open zand. September-oktober. Matig algemeen op de hoge zandgronden en hier en daar in de duinen. De soort toont over de periode na 1970 een lichte teruggang, weliswaar met grote schommelingen. Na 2000 is een licht herstel opgetreden. Als bedreigd op de Rode Lijst (2008). Zeldzaam in heel Europa.
Ectomycorrhizapartner van oude loof- en naaldbomen, vooral Eik, Beuk en Grove den op droge, voedselarme, humusarme zandgrond zonder strooisellaag, vaak in zandverstuivingen. De vruchtlichamen kunnen zeer ver, tot 20 m, van de boom groeien in het open zand. September-oktober. Matig algemeen op de hoge zandgronden en hier en daar in de duinen. De soort toont over de periode na 1970 een lichte teruggang, weliswaar met grote schommelingen. Na 2000 is een licht herstel opgetreden. Als bedreigd op de Rode Lijst (2008). Zeldzaam in heel Europa.
Substraatvoorkeur: zand, humusarm (14)