Ecologie & verspreiding
Van de twee kleine, grijzige mosoortjes is het Gesteeld mosoortje (Arrhenia spathulata) het meest kieskeurig qua substraat. Deze soort groeit, waarschijnlijk als (zwakke) parasiet, op topkapselmossen, vooral op Gewoon muursterretje (Tortula muralis). In Nederland is het een vrij algemene soort, hoewel lang niet zo algemeen als je op grond van de verspreiding van het Gewoon muursterretje misschien zou verwachten. De vondsten concentreren zich in de kustduinen. Net als bij het Gerimpeld mosoortje stammen de meeste vondsten uit het winterhalfjaar (oktober-maart). De ons omringende landen laten een vergelijkbaar beeld zien.
Van de twee kleine, grijzige mosoortjes is het Gesteeld mosoortje (Arrhenia spathulata) het meest kieskeurig qua substraat. Deze soort groeit, waarschijnlijk als (zwakke) parasiet, op topkapselmossen, vooral op Gewoon muursterretje (Tortula muralis). In Nederland is het een vrij algemene soort, hoewel lang niet zo algemeen als je op grond van de verspreiding van het Gewoon muursterretje misschien zou verwachten. De vondsten concentreren zich in de kustduinen. Net als bij het Gerimpeld mosoortje stammen de meeste vondsten uit het winterhalfjaar (oktober-maart). De ons omringende landen laten een vergelijkbaar beeld zien.
Substraatvoorkeur: bladmossen, levend (53)