Determinatie
Determinatiehulp Watereppe/Moerasscherm
Determinatiehulp Watereppe/Moerasscherm
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - september
Hoogte - 0,30-1,00 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De liggende of opstijgende stengels zijn fijn gegroefd. Ze wortelen op de onderste knopen.
Bladeren - De bladen zijn geveerd met vijf tot dertien eironde of langwerpige, meestal 1½-6 cm lange (soms kleiner of langer tot 10 cm), gekarteld-gezaagde deelblaadjes. De bladscheden zijn groter en breed vliezig gerand.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De zittende of kort gesteelde bloemen groeien in drie tot vijftien stralen en staan tegenover de bladeren. Meestal is er geen omwindsel. De kleine kroonbladen zijn spits en wit of groenwit.
Vruchten - Een splitvrucht. De eivormige vruchten zijn 2-2½ mm lang en zijn voorzien van vrij brede, sterk uitspringende afgeronde ribben. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkhoudende grond en in zoet of zwak brak water (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaats - Water (beken, verlandende sloten en andere verlandingsvegetaties), waterkanten (modderige oevers, open plekken langs geultjes, langs vrijwel zoete kreken en in het zoetwatergetijdengebied in kommen tussen de kreekoeverwallen tussen riet en biezen), grasland (weiland), bossen (grienden en bronbossen), zeeduinen (drinkpoelen in de duinstreek) en in wilgenstruweel.
Bloeitijd - juni - september
Hoogte - 0,30-1,00 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De liggende of opstijgende stengels zijn fijn gegroefd. Ze wortelen op de onderste knopen.
Bladeren - De bladen zijn geveerd met vijf tot dertien eironde of langwerpige, meestal 1½-6 cm lange (soms kleiner of langer tot 10 cm), gekarteld-gezaagde deelblaadjes. De bladscheden zijn groter en breed vliezig gerand.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De zittende of kort gesteelde bloemen groeien in drie tot vijftien stralen en staan tegenover de bladeren. Meestal is er geen omwindsel. De kleine kroonbladen zijn spits en wit of groenwit.
Vruchten - Een splitvrucht. De eivormige vruchten zijn 2-2½ mm lang en zijn voorzien van vrij brede, sterk uitspringende afgeronde ribben. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkhoudende grond en in zoet of zwak brak water (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaats - Water (beken, verlandende sloten en andere verlandingsvegetaties), waterkanten (modderige oevers, open plekken langs geultjes, langs vrijwel zoete kreken en in het zoetwatergetijdengebied in kommen tussen de kreekoeverwallen tussen riet en biezen), grasland (weiland), bossen (grienden en bronbossen), zeeduinen (drinkpoelen in de duinstreek) en in wilgenstruweel.
Familie: Apiaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke oevers