Determinatie
Determinatiehulp Zandmuur
Determinatiehulp Zandmuur
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - herfst
Hoogte - 0,02-0,25 m.
Geslachtsverdeling -
Wortels -
Stengels/takken - De forse opstijgende, rechtopstaande of in plakkaten groeiende stengels zijn sterk vertakt met korte leden. Ze zijn kort dicht en ruw behaard.
Bladeren - De eironde, spitse bladen zijn 2½-8 mm lang en met drie tot vijf nerven. Ze zijn dof donkergroen en aan de rand gewimperd. Alleen de onderste blaadjes hebben een steel.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte kroonbladen zijn 1,7-2,7 mm lang. Ze zijn korter dan de kelkbladen, die 3-4 mm worden.
Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten zijn meestal dik en peervormig en worden 3 mm of langer. Ze springen gemakkelijk open (ze knappen bij knijpen open). De zaden zijn ruim 0,5 mm lang. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, warme, min of meer open plaatsen op meestal droge, zelden vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (zand, lemig zand, lichte klei, löss, mergel, zavel en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Zeeduinen, (duinhellingen en duinvlakten, met name tussen mossen), rivierduintjes, wegkanten, bermen (open plekken in de grasmat), dijken, kalkhellingen, ruigten (tussen hoge, tweejarige planten), akkers (akkerranden en matig voedselrijke akkers), zanddepots, steenachtige plaatsen, muren, overhoeken, tussen straatstenen, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen) en industrieterreinen.
Bloeitijd - mei - herfst
Hoogte - 0,02-0,25 m.
Geslachtsverdeling -
Wortels -
Stengels/takken - De forse opstijgende, rechtopstaande of in plakkaten groeiende stengels zijn sterk vertakt met korte leden. Ze zijn kort dicht en ruw behaard.
Bladeren - De eironde, spitse bladen zijn 2½-8 mm lang en met drie tot vijf nerven. Ze zijn dof donkergroen en aan de rand gewimperd. Alleen de onderste blaadjes hebben een steel.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte kroonbladen zijn 1,7-2,7 mm lang. Ze zijn korter dan de kelkbladen, die 3-4 mm worden.
Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten zijn meestal dik en peervormig en worden 3 mm of langer. Ze springen gemakkelijk open (ze knappen bij knijpen open). De zaden zijn ruim 0,5 mm lang. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, warme, min of meer open plaatsen op meestal droge, zelden vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (zand, lemig zand, lichte klei, löss, mergel, zavel en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Zeeduinen, (duinhellingen en duinvlakten, met name tussen mossen), rivierduintjes, wegkanten, bermen (open plekken in de grasmat), dijken, kalkhellingen, ruigten (tussen hoge, tweejarige planten), akkers (akkerranden en matig voedselrijke akkers), zanddepots, steenachtige plaatsen, muren, overhoeken, tussen straatstenen, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen) en industrieterreinen.
Familie: Caryophyllaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke akkers