Italiaanse aronskelk

Arum italicum


© Willem Braam

Ecologie & verspreiding
Italiaanse aronskelk groeit op licht beschaduwde plekken op vochtig, matig voedselrijk tot voedselrijk, vaak kalkrijk, humeus duinzand en rivier- en zeeklei. Zij staat in loofbossen, onder heggen en op begraafplaatsen. De plant is een bewoner van kuststreken. Als sierplant voor op buitenplaatsen is zij vanuit Zuid-Europa of Noord-Afrika in Nederland ingevoerd, verwilderd en in de achttiende eeuw ingeburgerd. Zij behoudt haar sierlijk, geel-wit gemarmerd blad vanaf de herfst de hele winter door. Dat is haar grote waarde voor de wintertuin en reden waarom zij zoveel op buitenplaatsen wordt aangetroffen. Zij groeit op soortgelijke plekken als Gevlekte aronskelk. In Nederland is zij vrij zeldzaam en komt zij als stinzenplant hier en daar voor in de kustgebieden en in het rivierengebied. Italiaanse aronskelk doet het goed in het Essen-Iepenbos, een bosgemeenschap op voedselrijke grond waartoe ook de essenhakhoutbossen behoren. Zij kan verward worden met Gevlekte aronskelk en kruisingen daarmee.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juni

Hoogte - 0,30-0,60 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig

Wortels - Een horizontale knol.

Stengels/takken -

Bladeren - De bladeren zijn driehoekig-hartvormig, hebben witte of geelwitte aderen en afstaande slippen aan de voet. In de herfst komen de planten al weer boven de grond.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bloeischede wordt 5-40 cm en heeft een overhangende top. De bloeischede is van buiten bleekgroen en van binnen geel- tot witachtig. Het knotsvormige deel van de bloeikolf is dof geel. Het vruchtbeginsel is ongeveer 5 mm lang.

Vruchten - Een bes. De bessen zijn ongeveer 1 cm breed. De kolf is in de vruchttijd 10-15 cm lang. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkrijke, humeuze grond (duinzand en rivier- en zeeklei).

Groeiplaats - Bossen (loofbossen, populierenaanplantingen en bij buitenplaatsen), heggen en begraafplaatsen.
Familie: Araceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: stinseplant
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website