Ecologie & verspreiding
Sierlijke dravik staat op open, zonnige, warme, matig stikstofrijke, vochtige, matig voedselrijke, zwak basische grond. Ze groeit in bermen, in grasland (kalkgrasland), in duinen, in akkers en op ruderale plekken. Ze heeft een verbrokkeld Europees verspreidingsgebied, zou afkomstig zijn uit Zuid-Europa en zou nergens met zekerheid tot de oorspronkelijke wilde Flora behoren. De efemere plant, die met graszaad ingevoerd zou zijn komt o.a. voor in het noorden en noordwesten van het continent. In Nederland is de soort in de eerste helft van de 20e eeuw op enkele tientallen plaatsen gevonden verspreid door het hele land, maar met een concentratie in de omgeving van Nijmegen. Recent is de Sierlijke dravik aangetroffen in een kalkgrasland langs een bosrand. Deze waarneming sluit, evenals de vroegere vondsten bij Nijmegen, aan bij de vindplaatsen in aangrenzend Duitsland. Dit gras wordt mogelijk vaker over het hoofd gezien door zijn grote gelijkenis met zijn dubbelganger Zachte dravik.
Sierlijke dravik staat op open, zonnige, warme, matig stikstofrijke, vochtige, matig voedselrijke, zwak basische grond. Ze groeit in bermen, in grasland (kalkgrasland), in duinen, in akkers en op ruderale plekken. Ze heeft een verbrokkeld Europees verspreidingsgebied, zou afkomstig zijn uit Zuid-Europa en zou nergens met zekerheid tot de oorspronkelijke wilde Flora behoren. De efemere plant, die met graszaad ingevoerd zou zijn komt o.a. voor in het noorden en noordwesten van het continent. In Nederland is de soort in de eerste helft van de 20e eeuw op enkele tientallen plaatsen gevonden verspreid door het hele land, maar met een concentratie in de omgeving van Nijmegen. Recent is de Sierlijke dravik aangetroffen in een kalkgrasland langs een bosrand. Deze waarneming sluit, evenals de vroegere vondsten bij Nijmegen, aan bij de vindplaatsen in aangrenzend Duitsland. Dit gras wordt mogelijk vaker over het hoofd gezien door zijn grote gelijkenis met zijn dubbelganger Zachte dravik.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,25-0,70 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladeren lijken veel op die van Zachte dravik.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aartjes zijn meestal kaal.
Vruchten - Een graanvrucht. Op de top van de vrucht zitten haren. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.
Groeiplaats - Bermen, grasland (kalkgrasland), ruderale plaatsen en omgewerkte grond.
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,25-0,70 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladeren lijken veel op die van Zachte dravik.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aartjes zijn meestal kaal.
Vruchten - Een graanvrucht. Op de top van de vrucht zitten haren. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.
Groeiplaats - Bermen, grasland (kalkgrasland), ruderale plaatsen en omgewerkte grond.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Onvoldoende bekend
Zeldzaamheid: niet goed bekend (zzz-z)
Ecologische groep: kalkgraslanden