Ecologie & verspreiding
Zeewinde prefereert open, droog, zonnig, matig voedselrijk, brak, stuivend duinzand en stenig substraat. Ze groeit in de duinen en in de zeereep, bij voorkeur op zandige vloedmerken, op rolstenen, op zandheuveltjes en op lage duinkopjes op strandvlakten, kortstondig op basaltdijken en soms tussen lage begroeiing. Het is een plant van de zeekusten van Zuid- en West-Europa en is zeldzaam in heel het kustgebied van Nederland. Zeewinde is goed bestand tegen over overstroming met zeewater en geeft de voorkeur aan een gematigd klimaat en treedt ten noorden van ons land niet bestendig op. In Nederland staat ze bij voorkeur aan de lijzijde van de duinen. De soort zou oorspronkelijk mediterraan zijn en inderdaad kunnen de zaden jarenlang blijven drijven in zeewater. Ze verspreidt weinig of geen geur, de bestuiving geschiedt door hommels, bijen en zweefvliegen. Medisch werden de bladeren gebruikt als een zacht werkend laxeermiddel en werden ze ook aangewend tegen scheurbuik en waterzucht.
Zeewinde prefereert open, droog, zonnig, matig voedselrijk, brak, stuivend duinzand en stenig substraat. Ze groeit in de duinen en in de zeereep, bij voorkeur op zandige vloedmerken, op rolstenen, op zandheuveltjes en op lage duinkopjes op strandvlakten, kortstondig op basaltdijken en soms tussen lage begroeiing. Het is een plant van de zeekusten van Zuid- en West-Europa en is zeldzaam in heel het kustgebied van Nederland. Zeewinde is goed bestand tegen over overstroming met zeewater en geeft de voorkeur aan een gematigd klimaat en treedt ten noorden van ons land niet bestendig op. In Nederland staat ze bij voorkeur aan de lijzijde van de duinen. De soort zou oorspronkelijk mediterraan zijn en inderdaad kunnen de zaden jarenlang blijven drijven in zeewater. Ze verspreidt weinig of geen geur, de bestuiving geschiedt door hommels, bijen en zweefvliegen. Medisch werden de bladeren gebruikt als een zacht werkend laxeermiddel en werden ze ook aangewend tegen scheurbuik en waterzucht.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - september
Hoogte - 0,05-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De liggende of soms klimmende, maar weinig of niet windende stengels zijn kaal.
Bladeren - De vrij kleine bladeren zijn niervormig, iets vlezig, dik, hebben een hartvormige voet, afgeronde oortjes en zijn donkergroen. Ze hebben lange stelen. De schutbladen zijn eirond of elliptisch, stomp en meestal iets korter dan de kelk.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande bloemen zijn licht paarsroze met 5 witte strepen en worden 3 tot 5 cm groot.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig voedselrijke, brakke, droge, stuivende grond, vooral op plekken waar vloedmerk onder het duinzand ligt. Goed bestand tegen incidentele overspoeling door zout water (duinzand en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Zeeduinen (stuivende helmduinen in de zeereep, zandstranden, zandige vloedmerken, rolsteenstranden, in de buurt van badplaatsen, soms tussen Duindoorn of lage Zwarte dennetjes, op zandheuveltjes en op lage duinkopjes op strandvlakten) en zeedijken (vloedmerkheuveltjes in dijkhoeken).
Bloeitijd - mei - september
Hoogte - 0,05-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De liggende of soms klimmende, maar weinig of niet windende stengels zijn kaal.
Bladeren - De vrij kleine bladeren zijn niervormig, iets vlezig, dik, hebben een hartvormige voet, afgeronde oortjes en zijn donkergroen. Ze hebben lange stelen. De schutbladen zijn eirond of elliptisch, stomp en meestal iets korter dan de kelk.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande bloemen zijn licht paarsroze met 5 witte strepen en worden 3 tot 5 cm groot.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig voedselrijke, brakke, droge, stuivende grond, vooral op plekken waar vloedmerk onder het duinzand ligt. Goed bestand tegen incidentele overspoeling door zout water (duinzand en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Zeeduinen (stuivende helmduinen in de zeereep, zandstranden, zandige vloedmerken, rolsteenstranden, in de buurt van badplaatsen, soms tussen Duindoorn of lage Zwarte dennetjes, op zandheuveltjes en op lage duinkopjes op strandvlakten) en zeedijken (vloedmerkheuveltjes in dijkhoeken).
Familie: Convolvulaceae
Groep: S
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: zeeduinen