Ecologie & verspreiding
Kleine Knotszegge groeit in ons land slechts in een vochtige duinvallei op Terschelling. Ze is hier al sinds 1950 bekend, maar werd pas in 1966 als dusdanig herkend; voordien werd het materiaal aangezien voor de er sterk op gelijkende Knotszegge (Carex buxbaumii). De soort houdt het goed uit op Terschelling, maar vermeerdert zich enkele vegetatief. Kleine knotszegge is in het buitenland zeker niet beperkt tot duinvalleien; in Polen b.v. is de soort algemener dan Knotszegge en groeit daar in vochtige hooilanden en rietlanden. De soort wordt in Nederland algemeen als inheems beschouwd, al is dat mogelijk discutabel. Aanvoer via vogels lijkt onwaarschijnlijk: waarom vindt er dan geen vermeerdering plaats naar andere geschikte plaatsen. Immers, het habitat op Terschelling is relatief algemeen voorkomend op de Waddeneilanden.
Kleine Knotszegge groeit in ons land slechts in een vochtige duinvallei op Terschelling. Ze is hier al sinds 1950 bekend, maar werd pas in 1966 als dusdanig herkend; voordien werd het materiaal aangezien voor de er sterk op gelijkende Knotszegge (Carex buxbaumii). De soort houdt het goed uit op Terschelling, maar vermeerdert zich enkele vegetatief. Kleine knotszegge is in het buitenland zeker niet beperkt tot duinvalleien; in Polen b.v. is de soort algemener dan Knotszegge en groeit daar in vochtige hooilanden en rietlanden. De soort wordt in Nederland algemeen als inheems beschouwd, al is dat mogelijk discutabel. Aanvoer via vogels lijkt onwaarschijnlijk: waarom vindt er dan geen vermeerdering plaats naar andere geschikte plaatsen. Immers, het habitat op Terschelling is relatief algemeen voorkomend op de Waddeneilanden.
Bovendien zijn er medio vorige eeuw meerdere zeldzame plantensoorten op Terschelling gevonden. (On)opzettelijke aanvoer door de mens moet dan ook niet geheel worden uitgesloten.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,30-0,70 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladen lijken sterk op die van Knotszegge, maar mssen de blauwige tint.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bovenste aar heeft aan de voet slechts enkele mannelijke bloemen, waardoor deze bij vruchtrijpheid nauwelijks knotsvormig is, maar meer kort cylindervormig. De andere drieof vier aren zijn vrouwelijk. De bovenste aren zitten dicht tegen de topaar aangedrukt.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De urntjes zijn 2-3 mm lang en duidelijk generfd. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar).
Bodem - Zonnige plaatsen op vochtige, voedselarme, zwak zure grond (duinzand en laagveen).
Groeiplaats - Zeeduinen (duinvalleien) en grasland (schraal grasland dat pas tegen de herfst wordt gemaaid).
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,30-0,70 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladen lijken sterk op die van Knotszegge, maar mssen de blauwige tint.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bovenste aar heeft aan de voet slechts enkele mannelijke bloemen, waardoor deze bij vruchtrijpheid nauwelijks knotsvormig is, maar meer kort cylindervormig. De andere drieof vier aren zijn vrouwelijk. De bovenste aren zitten dicht tegen de topaar aangedrukt.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De urntjes zijn 2-3 mm lang en duidelijk generfd. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar).
Bodem - Zonnige plaatsen op vochtige, voedselarme, zwak zure grond (duinzand en laagveen).
Groeiplaats - Zeeduinen (duinvalleien) en grasland (schraal grasland dat pas tegen de herfst wordt gemaaid).
Familie: Cyperaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: laagvenen