Ecologie & verspreiding
Het Gesploos elfenbankje (Antrodiella onychoides) is slechts bekend uit 14 atlasblokken verspreid over het land. Dit gering aantal waarnemingen komt ongetwijfeld door het feit dat deze soort alleen microscopisch kan worden gedetermineerd (de vondsten zijn dan ook maar van vijf verschillende waarnemers). Een (aanzienlijk?) deel van de waarnemingen gemeld als Wit dwergelfenbankje (Antrodiella semisupina) heeft op deze soort betrekking (zie de tekst van dat taxon). De meeste vondsten komen van de hogere zandgronden. De soort is niet kieskeurig in zijn substraatkeuze want de soort is tot nu toe vastgesteld op acht verschillende soorten loofbomen: beuk (7x), berk (2x), hazelaar (2x), eik (1x), es (1x), esdoorn (1x), lijsterbes (1x) en wilg (1x). De vruchtlichamen groeien meestal op dode, op de grond liggende takken (dikte 1-15 cm) maar er zijn ook vondsten van dode, nog aan de boom hangende takken (o.a. wilg) en van (liggende) stammen (dikte > 15 cm).
Het Gesploos elfenbankje (Antrodiella onychoides) is slechts bekend uit 14 atlasblokken verspreid over het land. Dit gering aantal waarnemingen komt ongetwijfeld door het feit dat deze soort alleen microscopisch kan worden gedetermineerd (de vondsten zijn dan ook maar van vijf verschillende waarnemers). Een (aanzienlijk?) deel van de waarnemingen gemeld als Wit dwergelfenbankje (Antrodiella semisupina) heeft op deze soort betrekking (zie de tekst van dat taxon). De meeste vondsten komen van de hogere zandgronden. De soort is niet kieskeurig in zijn substraatkeuze want de soort is tot nu toe vastgesteld op acht verschillende soorten loofbomen: beuk (7x), berk (2x), hazelaar (2x), eik (1x), es (1x), esdoorn (1x), lijsterbes (1x) en wilg (1x). De vruchtlichamen groeien meestal op dode, op de grond liggende takken (dikte 1-15 cm) maar er zijn ook vondsten van dode, nog aan de boom hangende takken (o.a. wilg) en van (liggende) stammen (dikte > 15 cm).
Substraatvoorkeur: takken, dood (34)