Ecologie & verspreiding
Laksteeltje is een klein, éénjarig grasje van open, brakke, matig voedselrijke bodems. Dit zijn bijvoorbeeld zandkopjes in de overgangszone tussen schorren en duinen die 's winters onderlopen en 's zomers opdrogen. Dit is een streng milieu want bij het opdrogen neemt het zoutgehalte sterk toe; weinig soorten kunnen zich onder zulke condities handhaven. Verder kan ze in het kustgebied tussen straatstenen voorkomen. In Nederland is Laksteeltje voor het eerst in 1937 op Texel gevonden. Sindsdien komt ze verspreid in het kustgebied voor, met “bolwerken” op de Waddeneilanden en Zeeland. Laksteeltje is niet algemeen, maar er lijkt geen gevaar te zijn voor verdwijning uit Nederland. Ze staat dus niet meer op de Rode lijst. Laksteeltje kan op een ondermaats, stijf exemplaar van Engels raaigras lijken. Bij laksteeltje ontbreken echter de oortjes aan de bladeren. Verder krijgt de stengel bij aanhoudende droogte een roodglanzende kleur, een verschijnsel waaraan Laksteeltje haar naam dankt.
Laksteeltje is een klein, éénjarig grasje van open, brakke, matig voedselrijke bodems. Dit zijn bijvoorbeeld zandkopjes in de overgangszone tussen schorren en duinen die 's winters onderlopen en 's zomers opdrogen. Dit is een streng milieu want bij het opdrogen neemt het zoutgehalte sterk toe; weinig soorten kunnen zich onder zulke condities handhaven. Verder kan ze in het kustgebied tussen straatstenen voorkomen. In Nederland is Laksteeltje voor het eerst in 1937 op Texel gevonden. Sindsdien komt ze verspreid in het kustgebied voor, met “bolwerken” op de Waddeneilanden en Zeeland. Laksteeltje is niet algemeen, maar er lijkt geen gevaar te zijn voor verdwijning uit Nederland. Ze staat dus niet meer op de Rode lijst. Laksteeltje kan op een ondermaats, stijf exemplaar van Engels raaigras lijken. Bij laksteeltje ontbreken echter de oortjes aan de bladeren. Verder krijgt de stengel bij aanhoudende droogte een roodglanzende kleur, een verschijnsel waaraan Laksteeltje haar naam dankt.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,05-0,20 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De stengels liggen op de grond of zijn opstijgend. Laksteeltje vormt polletjes.
Bladeren - De onderste bladscheden zijn vaak glanzend diep paars.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is niet vertakt of onderaan een beetje vertakt. De bloeiwijze bestaat uit in 2 rijen geplaatste zittende of zeer kort (tot 2 mm lang) gesteelde aartjes. De as van de bloeiwijze is zigzagsgewijs heen en weer gebogen, vooral aan de rugkant. Het onderste kelkkafje is 2 tot 3 mm lang. Het bovenste kelkkafje is 2 tot 3½ mm lang.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge tot soms vochtige, brakke, matig voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Zeeduinen (duintjes op groene stranden, op de overgang van kwelder naar duin), hoge kwelders (schorren), zeedijken, soms tussen straatstenen nabij de kust (voetpaden, parkeerterreinen en wegranden), muurtjes, klifkusten, rotskusten en vastgelegde kiezelstranden.
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,05-0,20 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De stengels liggen op de grond of zijn opstijgend. Laksteeltje vormt polletjes.
Bladeren - De onderste bladscheden zijn vaak glanzend diep paars.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is niet vertakt of onderaan een beetje vertakt. De bloeiwijze bestaat uit in 2 rijen geplaatste zittende of zeer kort (tot 2 mm lang) gesteelde aartjes. De as van de bloeiwijze is zigzagsgewijs heen en weer gebogen, vooral aan de rugkant. Het onderste kelkkafje is 2 tot 3 mm lang. Het bovenste kelkkafje is 2 tot 3½ mm lang.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge tot soms vochtige, brakke, matig voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Zeeduinen (duintjes op groene stranden, op de overgang van kwelder naar duin), hoge kwelders (schorren), zeedijken, soms tussen straatstenen nabij de kust (voetpaden, parkeerterreinen en wegranden), muurtjes, klifkusten, rotskusten en vastgelegde kiezelstranden.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: hoge kwelders