Bleek bosvogeltje

Cephalanthera damasonium


© John Breugelmans

Ecologie & verspreiding
Bleek bosvogeltje staat op beschaduwde, vochtige, voedselarme, kalkrijke, stikstofarme tot matig stikstofrijke, humeuze grond. Ze groeit in loofbossen, gemengde loof- en naaldbossen, hellingbossen en in zomen van struwelen en bossen in kalkgraslanden en dan bij voorkeur in een kruidenrijke vegetatie. Het gesloten areaal op vasteland van Europa sluit in het noordwesten nog net aan bij België en Nederland. Het voorkomen van dit bosvogeltje is beperkt tot Zuid-Limburg. Voor de jaren 40 van de vorige eeuw was deze orchidee niet zeldzaam in de regio, sindsdien is de soort zeer zeldzaam geworden en met verdwijnen bedreigd. De oorzaak hiervoor is vooral het staken van het traditionele hakhoutbeheer, maar ook uitgraven en onverantwoord verzamelen van exemplaren hebben een rol gespeeld. De bladeren van deze soort zijn eirond en gaan gelijkmatig over in de schutbladen van de bloeiwijze, die van Wit bosvogeltje zijn lang en lijnvormig (bijna tweerijig) en ze gaan abrupt over in de schutbladen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juni

Hoogte - 0,20-0,60 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een korte wortelstok. Worteldiepte tot 20 cm.

Stengels/takken - De kantige stengel heeft aan de voet twee of drie bruine scheden.

Bladeren - De vier tot tien bladeren worden tot tien cm lang. Ze zijn kaal, eirond tot langwerpig, spits of stomp, iets blauwgroen, niet gevouwen en hebben vijf tot tien nerven.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een bloeiwijze met drie tot acht bloemen. De bloemen zijn geelachtig wit, hoogstens vier keer zo lang als breed en gaan zelden goed open. Ze zijn eivormig en veel korter dan hun schutblad (behalve de bovenste). De buitenste bloemdekbladen zijn 1,5-2 cm. De top van de lip is stomp, meer breed dan lang en van binnen roodachtig geel.

Vruchten - Een doosvrucht met stoffijne zaden. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme, kalkrijke, humeuze grond (mergel).

Groeiplaats - Bossen (loofbossen, gemengde loof- en naaldbossen en hellingbossen) en nabij bosranden en struwelen in kalkgrasland.
Familie: Orchidaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website