Ecologie & verspreiding
De Roodgerande houtzwam (Fomitopsis pinicola) groeit saprotroof op dode stammen en stronken van naald- en loofbomen (bruinrot). De soort kan ook optreden als necrotrofe parasiet. Van de vondsten was slechts 7,5% op levende bomen (n = 413). In het buitenland is dit vooral een naaldhoutsoort: het is zelfs één van de belangrijkste houtafbrekers in naaldbossen. Opmerkelijk genoeg werd in Nederland bijna twee derde van de vondsten gedaan op loofbomen (n = 449). De verdeling over de boomsoorten is als volgt (n = 426): berk 28%, beuk 21%, spar (Picea) 19%, den 11%, (vogel)kers (Prunus) 8%, els 4%, lariks 3%, populier 2%, douglasspar 2%, eik 2% en haagbeuk 1%. Het zwaartepunt van de landelijke verspreiding ligt op de hogere zandgronden, maar ook in het Limburgse heuvelland en de duinstreek is de soort goed vertegenwoordigd. Dit heeft misschien meer te maken met de beschikbaarheid van groot dood hout, dan met een voorkeur voor zandgrond. Een eeuw geleden was dit in ons land nog een uiterst zeldzame soort: Donk (1933) noemt slechts twee gevallen. In recente tijd heeft de soort zich sterk weten uit te breiden: tot 1990 was de soort bekend uit 16 atlasblokken, nu zijn dat er meer dan 475 waarmee het een algemene soort is geworden.
De Roodgerande houtzwam (Fomitopsis pinicola) groeit saprotroof op dode stammen en stronken van naald- en loofbomen (bruinrot). De soort kan ook optreden als necrotrofe parasiet. Van de vondsten was slechts 7,5% op levende bomen (n = 413). In het buitenland is dit vooral een naaldhoutsoort: het is zelfs één van de belangrijkste houtafbrekers in naaldbossen. Opmerkelijk genoeg werd in Nederland bijna twee derde van de vondsten gedaan op loofbomen (n = 449). De verdeling over de boomsoorten is als volgt (n = 426): berk 28%, beuk 21%, spar (Picea) 19%, den 11%, (vogel)kers (Prunus) 8%, els 4%, lariks 3%, populier 2%, douglasspar 2%, eik 2% en haagbeuk 1%. Het zwaartepunt van de landelijke verspreiding ligt op de hogere zandgronden, maar ook in het Limburgse heuvelland en de duinstreek is de soort goed vertegenwoordigd. Dit heeft misschien meer te maken met de beschikbaarheid van groot dood hout, dan met een voorkeur voor zandgrond. Een eeuw geleden was dit in ons land nog een uiterst zeldzame soort: Donk (1933) noemt slechts twee gevallen. In recente tijd heeft de soort zich sterk weten uit te breiden: tot 1990 was de soort bekend uit 16 atlasblokken, nu zijn dat er meer dan 475 waarmee het een algemene soort is geworden.
Substraatvoorkeur: stammen, levend (21)