Waslakzwam

Ganoderma cupreolaccatum


© Eduard Osieck

Ecologie & verspreiding
De Waslakzwam (Ganoderma cupreolaccatum) is een necrotrofe (zwakte)parasiet die vooral voorkomt op oude, levende beuken (85% vondsten, n = 128). Daarnaast is de soort ook gemeld van eik (7%). Van de meldingen is 57% afkomstig van levende bomen (n = 134). Hij groeit vaak aan de voet van levende bomen maar kan bij aftakeling ook op enkele meters hoogte aan de stam groeien. Het is een meerjarige soort die nog geruime tijd kan voortleven op het hout als de waardboom het heeft begeven. De soort kan daarom ook veelvuldig op dode stammen en stronken worden aangetroffen. Oude exemplaren kunnen een omvang bereiken tot een breedte van 50 cm en een dikte van 10 cm. Van deze weinig algemene tonderzwam zijn in alle provincies verspreide meldingen gedaan maar hij ontbreekt op de Waddeneilanden, kop van Noord-Holland, IJsselmeerpolders, Veluwe en grote delen van Zeeland. De soort was vroeger vooral bekend uit het rivierengebied en werd vrijwel uitsluitend aangetroffen in oude parkbossen en landgoederen op klei. Het valt niet uit te sluiten dat het huidige verspreidingsbeeld wordt vertekend door verwisseling met de Harslakzwam (G. resinaceum) of de Dikrandtonderzwam (G. adspersum) die ook veelvuldig aan levende bomen in open terrein (lanen en parken) groeien. Verspreiding beperkt tot Europa. Een zuidelijke soort die zijn noordgrens bereikt in Denemarken en Zuid-Zweden (noordgrens verspreiding Beuk).

Substraatvoorkeur: stammen, levend (21)
© 2024  NMV
Ga naar de volledige website