Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - mei
Hoogte - 1,80-4,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - Meestal met minder dorens dan Eenstijlige meidoorn.
Bladeren - De bladeren van de korte takken zijn ruitvormig en alleen aan de top gelobd (zelden over meer dan 1/3 deel). De 3- of 5-lobbige bladeren hebben bladlobben, die min of meer afgerond zijn. De bladrand is gezaagd, behalve aan de wigvormige bladvoet. Steunblaadjes met dicht opeenstaande tanden en meestal zonder klieren.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 1 tot 1,5 cm groot. Meestal zijn er 2 of 3 stijlen. De kelktanden zijn breed, vrij stomp en ongeveeer even lang als breed.
Vruchten - Een pitvrucht. De bessen zijn bol- of eivormig, rood en bevatten 2 of 3 zaden. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot meestal kalkhoudende, humeuze grond (keileem, potklei, mergel en löss).
Groeiplaats - Bossen (lichte plaatsen in loofbossen, hellingbossen en langs bospaden), bosranden, struwelen, heggen, boswallen en waterkanten (oeverwallen van riviertjes).
Bloeitijd - mei - mei
Hoogte - 1,80-4,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - Meestal met minder dorens dan Eenstijlige meidoorn.
Bladeren - De bladeren van de korte takken zijn ruitvormig en alleen aan de top gelobd (zelden over meer dan 1/3 deel). De 3- of 5-lobbige bladeren hebben bladlobben, die min of meer afgerond zijn. De bladrand is gezaagd, behalve aan de wigvormige bladvoet. Steunblaadjes met dicht opeenstaande tanden en meestal zonder klieren.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 1 tot 1,5 cm groot. Meestal zijn er 2 of 3 stijlen. De kelktanden zijn breed, vrij stomp en ongeveeer even lang als breed.
Vruchten - Een pitvrucht. De bessen zijn bol- of eivormig, rood en bevatten 2 of 3 zaden. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot meestal kalkhoudende, humeuze grond (keileem, potklei, mergel en löss).
Groeiplaats - Bossen (lichte plaatsen in loofbossen, hellingbossen en langs bospaden), bosranden, struwelen, heggen, boswallen en waterkanten (oeverwallen van riviertjes).
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Kwetsbaar
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: droge, voedselrijke bossen