Ecologie & verspreiding
IJle kropaar staat op licht beschaduwde, vochtige, voedselrijke, kalkhoudende, humeuze, niet verstoorde grond. Ze staat in landgoedbossen langs de rivieren, in parkbossen, in loof- en ravijnbossen, langs bosranden en bospaden en op kapvlakten. Het areaal van deze soort ligt voornamelijk in Centraal-Europa maar reikt tot in België en Nederland. Zeer waarschijnlijk is dit zeer zeldzame gras alleen in Zuid-Limburg inheems en zou de soort daarbuiten met andere bosgrassen zijn uitgezaaid en vervolgens zijn ingeburgerd. De soort is kenmerkend voor oude bossen met een hakhoutbeheer en door het stoppen daarvan sinds de jaren 50 zijn een aantal voormalige vindplaatsen verloren gegaan. IJle kropaar valt vooral habitueel op! Ze is in alle opzichten kleiner dan de gewone Kropaar, de clusters van de aartjes in de bloeiwijze staan verder uit elkaar en de haren op alle delen van de bloeiwijze zijn veel korter, verder is de bloeiwijze meestal duidelijk hangend.
IJle kropaar staat op licht beschaduwde, vochtige, voedselrijke, kalkhoudende, humeuze, niet verstoorde grond. Ze staat in landgoedbossen langs de rivieren, in parkbossen, in loof- en ravijnbossen, langs bosranden en bospaden en op kapvlakten. Het areaal van deze soort ligt voornamelijk in Centraal-Europa maar reikt tot in België en Nederland. Zeer waarschijnlijk is dit zeer zeldzame gras alleen in Zuid-Limburg inheems en zou de soort daarbuiten met andere bosgrassen zijn uitgezaaid en vervolgens zijn ingeburgerd. De soort is kenmerkend voor oude bossen met een hakhoutbeheer en door het stoppen daarvan sinds de jaren 50 zijn een aantal voormalige vindplaatsen verloren gegaan. IJle kropaar valt vooral habitueel op! Ze is in alle opzichten kleiner dan de gewone Kropaar, de clusters van de aartjes in de bloeiwijze staan verder uit elkaar en de haren op alle delen van de bloeiwijze zijn veel korter, verder is de bloeiwijze meestal duidelijk hangend.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,30-0,90 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Ondergrondse uitlopers.
Stengels/takken - De lichtgroene stengels zijn slap en vrij dun.
Bladeren - De lange en smalle bladen zijn 0,3-0,6 cm breed. Ze zijn niet scherp gekield.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De slanke pluim hangt vaak over, zonder afstaande takken. De aartjes zijn vijf- of zesbloemig en vormen samen losse kluwens. De kelkkafjes zijn kaal, wittig en doorschijnend.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende, humeuze, niet verstoorde grond.
Groeiplaats - Bossen (landgoedbossen langs de rivieren, parkbossen, loofbossen en ravijnbossen), bosranden en kapvlakten.
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,30-0,90 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Ondergrondse uitlopers.
Stengels/takken - De lichtgroene stengels zijn slap en vrij dun.
Bladeren - De lange en smalle bladen zijn 0,3-0,6 cm breed. Ze zijn niet scherp gekield.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De slanke pluim hangt vaak over, zonder afstaande takken. De aartjes zijn vijf- of zesbloemig en vormen samen losse kluwens. De kelkkafjes zijn kaal, wittig en doorschijnend.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende, humeuze, niet verstoorde grond.
Groeiplaats - Bossen (landgoedbossen langs de rivieren, parkbossen, loofbossen en ravijnbossen), bosranden en kapvlakten.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke akkers