Rood peperboompje

Daphne mezereum


© John Breugelmans

Ecologie & verspreiding
Rood peperboompje is een vroegbloeiende, houtige soort van oude Beukenbossen op kalkrijke bodem. Zij is van nature vrijwel beperkt tot Zuid-Limburg, mogelijk is (of was) de soort ook op een enkele plaats in Twente en de Achterhoek inheems. Rood peperboompje is ook een populaire tuinplant. Verspreid over Nederland wordt zij af en toe verwilderd gevonden (waarschijnlijk door vogels verspreid). Deze soort staat op de Rode Lijst, waarschijnlijk is verruiging en het staken van traditioneel hakhoutbeheer in de Zuid-Limburgse hellingbossen de voornaamste oorzaak van haar achteruitgang. Het is zaak met deze soort rekening te houden in het beheer op haar resterende groeiplaatsen. Rood peperboompje is in de vroege lente onmiskenbaar door haar fraai roze bloemkluwens op de stam met een bladertoef erboven (de bladeren verschijnen later dan de bloemen). Later in het jaar vallen de rode bessen op. Het gelijkende Zwart peperboompje heeft zwarte bessen en altijdgroene bladeren.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - februari - april

Hoogte - 0,30-1,20 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - De wortels vertakken zich voor een deel. Worteldiepte 20 tot 50 cm.

Stengels/takken - De rechtopstaande of uitstaande takken zijn grijs-bruin en aan de top bebladerd. De jonge scheuten zijn behaard. De knoppen zijn dof zwartbruin.

Bladeren - De verspreidstaande bladeren zijn langwerpig, dun, kaal, heben een gave rand en zijn 5 tot 12 cm lang. Ze zijn lichtgroen van kleur en staan dicht bij elkaar aan toppen van scheuten. Ze hebben een korte steel en zijn weinig of niet behaard.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De niet gesteelde bloemen zitten in bundels van 1 tot 4 in de oksels van afgevallen bladeren. Ze verschijnen meestal voor de bladeren. De bloemen zijn lichtpaars of roze, 1 tot 1,4 cm groot, hebben 4 slippen en zijn behaard. De 4 bloemdekbladen staan af. Aan de binnenkant zitten 2 kransen van 4 meeldraden met heel korte helmdraden. De stamper is bovenstandig. De bloemen verspreiden een sterke geur.

Vruchten - Een steenvrucht. De giftige, bolvormige bessen zijn rood, sappig en 0,6 tot 1 cm groot. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Half tot matig beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, humeuze, kalkrijke grond (zand, leem, mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaats - Bossen (kalkrijke loofbossen) en struwelen (vooral op kalkhellingen).
Familie: Thymelaeaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website