Ecologie & verspreiding
Prachtanjer staat op zonnige, zelden half-beschaduwde, vochtige en matig voedselarme, zwak basische tot kalkhoudende, stikstofarme tot uitgesproken stikstofarme, vrij zure zand- en leemgrond en op stenige plaatsen. De zeer geurige plant groeit op zandruggen in venige hooilanden en blauwgraslanden, in vochtige tot natte eikenbossen en in bosranden, in rietlanden en vochtige graslanden, in laagveenmoerassen en in duinen. Ze wordt uitgezaaid en ook als tuinplant gebruikt in tal van afwijkende bloemkleuren. Het huidige areaal van deze Continentaal-Europese en Aziatische soort reikt tot in westen van Duitsland en de grens van het gesloten verspreidingsgebied lag vroeger iets westelijker. Het oorspronkelijk inheemse taxon was al uiterst zeldzaam in Nederland (vindplaatsen bij Meppel en Havelte) en beperkt tot bovengenoemde zandopduikingen in venige graslanden en werd voor het laatst in 1905 waargenomen. De soort is zeer gevoelig voor bemesting en dat is dan ook de reden waarom ze uit ons land is verdwenen.
Prachtanjer staat op zonnige, zelden half-beschaduwde, vochtige en matig voedselarme, zwak basische tot kalkhoudende, stikstofarme tot uitgesproken stikstofarme, vrij zure zand- en leemgrond en op stenige plaatsen. De zeer geurige plant groeit op zandruggen in venige hooilanden en blauwgraslanden, in vochtige tot natte eikenbossen en in bosranden, in rietlanden en vochtige graslanden, in laagveenmoerassen en in duinen. Ze wordt uitgezaaid en ook als tuinplant gebruikt in tal van afwijkende bloemkleuren. Het huidige areaal van deze Continentaal-Europese en Aziatische soort reikt tot in westen van Duitsland en de grens van het gesloten verspreidingsgebied lag vroeger iets westelijker. Het oorspronkelijk inheemse taxon was al uiterst zeldzaam in Nederland (vindplaatsen bij Meppel en Havelte) en beperkt tot bovengenoemde zandopduikingen in venige graslanden en werd voor het laatst in 1905 waargenomen. De soort is zeer gevoelig voor bemesting en dat is dan ook de reden waarom ze uit ons land is verdwenen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - september
Hoogte - 0,30-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De vertakte stengels zijn kaal.
Bladeren - De vlakke, dunne bladeren zijn smal langwerpig tot lijnvormig en 1½ tot 5 mm breed. Je ziet duidelijke aderen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De geurende, 3 tot 5 cm grote bloemen zijn lila, roze, paarsrood of soms wit met een groene vlek aan de voet (daar met rode haren). De kroonbladen zijn franjeachtig, diep ingesneden, de kelkschubben zijn eirond, toegespitst en 1/3 keer zo lang als de kelk. De bloemen groeien in vertakte bloeiwijzen.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, zelden half beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselarme, vrij zure grond (zandopduikingen in veen).
Groeiplaats - Grasland (blauwgrasland en zandruggen in venig hooiland).
Bloeitijd - juni - september
Hoogte - 0,30-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De vertakte stengels zijn kaal.
Bladeren - De vlakke, dunne bladeren zijn smal langwerpig tot lijnvormig en 1½ tot 5 mm breed. Je ziet duidelijke aderen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De geurende, 3 tot 5 cm grote bloemen zijn lila, roze, paarsrood of soms wit met een groene vlek aan de voet (daar met rode haren). De kroonbladen zijn franjeachtig, diep ingesneden, de kelkschubben zijn eirond, toegespitst en 1/3 keer zo lang als de kelk. De bloemen groeien in vertakte bloeiwijzen.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, zelden half beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselarme, vrij zure grond (zandopduikingen in veen).
Groeiplaats - Grasland (blauwgrasland en zandruggen in venig hooiland).
Familie: Caryophyllaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Verdwenen uit Nederland
Zeldzaamheid: verdwenen
Ecologische groep: blauwgraslanden