Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - augustus
Hoogte - 0,05-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een opstijgend-kruipende wortelstok met uitlopers. Worteldiepte tot 10 cm.
Stengels/takken - Meestal heeft elk plantje slechts 1 rechtopstaande, niet bebladerde bloeistengel, maar soms zijn er meer. De stengel ontspringt in het midden van het bladrozet en is 2 tot 4 keer zo lang als de blaadjes. Gewoonlijk groeit het plantje niet in zulke dichte groepen als Kleine zonneduaw.
Bladeren - De ronde blaadjes worden tot 1 cm lang en zijn plotseling in de lange bladsteel versmald. De bladsteel is kort behaard, met beweegbare kleverige klierharen met lange stelen en korte klieren met verteringssappen. Het bladrozet is meestal plat tegen de grond gedrukt. Ronde zonnedauw is een vleesetend plantje en vangt muggen, maar ook allerlei andere kleine insekten, zoals kevers.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Langgesteelde trossen met witte bloemen, die kleiner zijn dan die van de beide andere soorten zonnedauw. Ze zijn ongeveer 5 mm in doorsnee. Er zijn 5 kroonbladen en meestal geen schutblaadjes.
Vruchten - Een doosvrucht. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op natte, voedselarme, zure grond. Vaak tussen veenmos (hoogveen, laagveen en venig zand of leem).
Groeiplaats - Heide (moerassige plaatsen), moerassen (hoogveen en veenmosrietland), waterkanten (langs veenplassen en op kale plekken langs slootkanten), grasland (hooiland en blauwgrasland), zeeduinen (duinvalleien) en afgravingen (zandgroeven).
Bloeitijd - juni - augustus
Hoogte - 0,05-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een opstijgend-kruipende wortelstok met uitlopers. Worteldiepte tot 10 cm.
Stengels/takken - Meestal heeft elk plantje slechts 1 rechtopstaande, niet bebladerde bloeistengel, maar soms zijn er meer. De stengel ontspringt in het midden van het bladrozet en is 2 tot 4 keer zo lang als de blaadjes. Gewoonlijk groeit het plantje niet in zulke dichte groepen als Kleine zonneduaw.
Bladeren - De ronde blaadjes worden tot 1 cm lang en zijn plotseling in de lange bladsteel versmald. De bladsteel is kort behaard, met beweegbare kleverige klierharen met lange stelen en korte klieren met verteringssappen. Het bladrozet is meestal plat tegen de grond gedrukt. Ronde zonnedauw is een vleesetend plantje en vangt muggen, maar ook allerlei andere kleine insekten, zoals kevers.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Langgesteelde trossen met witte bloemen, die kleiner zijn dan die van de beide andere soorten zonnedauw. Ze zijn ongeveer 5 mm in doorsnee. Er zijn 5 kroonbladen en meestal geen schutblaadjes.
Vruchten - Een doosvrucht. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op natte, voedselarme, zure grond. Vaak tussen veenmos (hoogveen, laagveen en venig zand of leem).
Groeiplaats - Heide (moerassige plaatsen), moerassen (hoogveen en veenmosrietland), waterkanten (langs veenplassen en op kale plekken langs slootkanten), grasland (hooiland en blauwgrasland), zeeduinen (duinvalleien) en afgravingen (zandgroeven).
Familie: Droseraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: natte heiden