Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - april - mei
Hoogte - 0,15-0,45 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, tweehuizig
Wortels - Worteldiepte tot 10 cm.
Stengels/takken - De kruipende of soms klimmende stengels zijn wijd vertakt. De jonge takken zijn roodachtig. Zodenvormend.
Bladeren - De bladeren blijven 's winters groen. Ze staan dicht opeen, verspreid tot bijna kransstandig. Verder zijn ze lijnvormig tot langwerpig, glanzend diepgroen en hebben een omgerolde rand.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloemen staan afzonderlijk in de bladoksels, vaak dicht opeengehoopt, aan het eind van de takken. Ze zijn roze of paarsrood, 1- 2 mm en met zes kroonbladen. Bloemen met drie meeldraden. De paarse helmknoppen steken buiten de bladeren uit.
Vruchten - Een steenvrucht. De ronde bessen zijn zwart en 5-6 mm. Ze zijn eetbaar, maar wat bitter van smaak. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot soms vrij natte, kalkarme en voedselarme zandgrond en op veen.
Groeiplaats - Stuifzand (noordhellingen en valleien in stuifzandgebieden), heide, zeeduinen (duinheide), moerassen (levend hoogveen en veenmosrietland) en bossen (berkenbossen en naaldbossen).
Bloeitijd - april - mei
Hoogte - 0,15-0,45 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, tweehuizig
Wortels - Worteldiepte tot 10 cm.
Stengels/takken - De kruipende of soms klimmende stengels zijn wijd vertakt. De jonge takken zijn roodachtig. Zodenvormend.
Bladeren - De bladeren blijven 's winters groen. Ze staan dicht opeen, verspreid tot bijna kransstandig. Verder zijn ze lijnvormig tot langwerpig, glanzend diepgroen en hebben een omgerolde rand.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloemen staan afzonderlijk in de bladoksels, vaak dicht opeengehoopt, aan het eind van de takken. Ze zijn roze of paarsrood, 1- 2 mm en met zes kroonbladen. Bloemen met drie meeldraden. De paarse helmknoppen steken buiten de bladeren uit.
Vruchten - Een steenvrucht. De ronde bessen zijn zwart en 5-6 mm. Ze zijn eetbaar, maar wat bitter van smaak. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot soms vrij natte, kalkarme en voedselarme zandgrond en op veen.
Groeiplaats - Stuifzand (noordhellingen en valleien in stuifzandgebieden), heide, zeeduinen (duinheide), moerassen (levend hoogveen en veenmosrietland) en bossen (berkenbossen en naaldbossen).
Familie: Ericaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: droge heiden