Rietzwenkgras

Schedonorus arundinaceus


© Willem Braam

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - juli

Hoogte - 0,50-2,00 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Geen wortelstokken of uitlopers. Worteldiepte tot meer dan 1 meter.

Stengels/takken - De vrij donkergroene stengels zijn stug en voelen ruw aan. Rietzwenkgras vormt pollen of horsten.

Bladeren - De bladeren worden tot meer dan een ½ m lang en tot ruim 1 cm breed. De onderkant is glanzig. De bladeren zijn geleidelijk in een punt versmald. De bladoortjes zijn gewimperd. De oude bladscheden vezelen niet.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is groot, los en hangt aan de top meestal over. Op de onderste knoop van de pluim zitten meestal 2 of 3 takken, die elk ten minste 4 aartjes hebben.

Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige of zelden licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, zoete tot brakke, voedselrijke, meestal basenrijke, zwak zure tot kalkrijke, verstoorde grond (allerlei grondsoorten, maar het meest op klei).

Groeiplaats - Grasland (verruigd grasland), bermen, waterkanten (stenen beschoeiingen van kanaaloevers, kribben, aanspoelselgordels langs rivieren en zeearmen, langs greppels en in rietkragen), ruigten, zeeduinen (duinvalleien en zelden door de zee bereikte strandvlakten), wegranden (vastgereden stroken langs wegen), bossen (langs bospaden), bosranden, struwelen (wilgenopslag in afgravingen, met name kleigroeven), uiterwaarden en ruige dijken.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: storingsmilieus
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website