Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,15-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte 10 cm tot 1 meter.
Stengels/takken - De liggende stengels zijn geelgroen, met opstijgende takken. Ze wortelen op de knopen. De plant vormt plakkaten.
Bladeren - De vlezige blaadjes zijn eirond, spits, kaal en0,5 tot 2 cm. Ze groeien kruisgewijs dicht op elkaar.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte of groenachtige bloemen groeien alleen of in kleine, bebladerde groepjes. Ze zijn 0,6 tot 1 cm in doorsnee en de kroon is iets korter dan de kelk.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, brakke grond. Plaatsen waar aanspoelsel of ander organisch materiaal onder stuivend zand is bedolven (zand, kiezel en tussen stenen).
Groeiplaats - Zeeduinen (op met zand bedekte vloedmerken - plekken waar organisch materiaal onder het duinzand ligt en pionierduintjes van biestarwegras), op zandduintjes langs het IJsselmeer en zeedijken (in voegen van basaltglooiingen). Zelden in een vrij gesloten grasmat.
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,15-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte 10 cm tot 1 meter.
Stengels/takken - De liggende stengels zijn geelgroen, met opstijgende takken. Ze wortelen op de knopen. De plant vormt plakkaten.
Bladeren - De vlezige blaadjes zijn eirond, spits, kaal en0,5 tot 2 cm. Ze groeien kruisgewijs dicht op elkaar.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte of groenachtige bloemen groeien alleen of in kleine, bebladerde groepjes. Ze zijn 0,6 tot 1 cm in doorsnee en de kroon is iets korter dan de kelk.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, brakke grond. Plaatsen waar aanspoelsel of ander organisch materiaal onder stuivend zand is bedolven (zand, kiezel en tussen stenen).
Groeiplaats - Zeeduinen (op met zand bedekte vloedmerken - plekken waar organisch materiaal onder het duinzand ligt en pionierduintjes van biestarwegras), op zandduintjes langs het IJsselmeer en zeedijken (in voegen van basaltglooiingen). Zelden in een vrij gesloten grasmat.
Familie: Caryophyllaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Kwetsbaar
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: zeeduinen