Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,30-0,80 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte tot 1 meter.
Stengels/takken - De bloeiwijze staat rechtop.
Bladeren - De bladeren zijn grijsachtig groen. De onderste bladeren zijn dicht zachtharig, vooral op de scheden. Meestal hebben ze korte oortjes. De bovenste bladschede is weinig of niet opgeblazen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aartjes aan de zijkanten zijn kleiner dan het middelste, maar ze zijn wel normaal ontwikkeld. De kelkkafjes zijn priemvormig tot naaldvormig. De opgerichte naalden zijn hoogstens 1½ cm lang en vaak wat roze van kleur.
Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge tot meestal vochtige, soms vrij natte, matig voedselrijke, niet te zwaar bemeste, zoete tot brakke, meestal kalkhoudende grond (zeeklei, rivierklei, zavel en mergel).
Groeiplaats - Grasland (vochtig, bemest grasland, weiland, hooiweide, oud, niet gescheurd en niet te zwaar bemest kamgrasland, middelhoge delen van uiterwaarden en drogere ruggen en dammen in nat grasland) en kwelders (hoogste delen van schorren, die alleen bij stormvloed bereikt worden door de zee).
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,30-0,80 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte tot 1 meter.
Stengels/takken - De bloeiwijze staat rechtop.
Bladeren - De bladeren zijn grijsachtig groen. De onderste bladeren zijn dicht zachtharig, vooral op de scheden. Meestal hebben ze korte oortjes. De bovenste bladschede is weinig of niet opgeblazen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aartjes aan de zijkanten zijn kleiner dan het middelste, maar ze zijn wel normaal ontwikkeld. De kelkkafjes zijn priemvormig tot naaldvormig. De opgerichte naalden zijn hoogstens 1½ cm lang en vaak wat roze van kleur.
Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge tot meestal vochtige, soms vrij natte, matig voedselrijke, niet te zwaar bemeste, zoete tot brakke, meestal kalkhoudende grond (zeeklei, rivierklei, zavel en mergel).
Groeiplaats - Grasland (vochtig, bemest grasland, weiland, hooiweide, oud, niet gescheurd en niet te zwaar bemest kamgrasland, middelhoge delen van uiterwaarden en drogere ruggen en dammen in nat grasland) en kwelders (hoogste delen van schorren, die alleen bij stormvloed bereikt worden door de zee).
Familie: Poaceae
Groep: E
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: vochtige, bemeste graslanden