Bittere scheefbloem

Iberis amara


© Jan Hein van Steenis

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - september

Hoogte - 0,07-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De rechtopstaande, zwak behaarde en bebladerde stengels zijn bovenaan vertakt.

Bladeren - De lancetvormige tot spatelvormige bladeren zijn in het bovenste deel bochtig getand (met twee tot vier tanden). De onderste bladeren zijn bedekt met verspreide wimperharen bij de voet.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze verlengt zich tijdens de bloei trosvormig (langwerpige trossen). De witte of soms lichtviolette bloemen zijn meestal 6-8 mm in doorsnee. De kroonbladen zijn ongelijk van grootte. De buitenste kroonbladen zijn ongeveer 2 keer zo lang als de binnenste.

Vruchten - Een doosvrucht. De hauwtjes zijn rondachtig tot elliptisch. Zonder de vleugels zijn ze 3-5 mm lang, inclusief de 1-1,5 mm lange stijl. In het bovenste deel zie je twee breed-driehoekige vleugels, met driehoekige lobjes naast de inkeping in de vleugel. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, warme, open plaatsen op droge, matig voedselrijke, kalkhoudende en vaak omgewerkte grond (leem, löss, kalksteen en zand).

Groeiplaats - Akkers (graanakkers) en hellingen. Vaak bij konijnenholen.
Familie: Brassicaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: voor 1900 verdwenen
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke akkers
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website