Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - maart - oktober
Hoogte - 0,07-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladeren zijn behaard en regelmatig gekarteld. De hogere stengelbladeren (de onderste schutbladen niet meegerekend) zijn langer dan breed. Ze zijn eirond of ruitvormig. De bovenste bladeren zijn paars aangelopen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn 1 tot 2 cm lang en lichtpaars van kleur. De bloemkroonbuis is recht en heeft van binnen aan de basis een duidelijke haarring. De zijslippen hebben een draadvormig tandje. De kelk is 5 tot 7 mm lang. De tanden zijn meestal ongeveer even lang als de buis. Het stuifmeel is oranje.
Vruchten - Een splitvrucht. De kelktanden staan af als de vruchten rijp zijn. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, soms half beschaduwde, open plaatsen (pioniervegetatie) op matig droge tot meestal vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke grond (alle grondsoorten).
Groeiplaats - Akkers, tuinen, moestuinen, puin, plantsoenen, bloembakken, dijken, bermen, grasland (grasvelden, nieuwe gazons en kaal getrapte delen van weiland), heggen, struwelen, hakhout, zeeduinen (duinstruweel), langs spoorwegen, aan de voet van muren en in de voegen van bestrating.
Bloeitijd - maart - oktober
Hoogte - 0,07-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladeren zijn behaard en regelmatig gekarteld. De hogere stengelbladeren (de onderste schutbladen niet meegerekend) zijn langer dan breed. Ze zijn eirond of ruitvormig. De bovenste bladeren zijn paars aangelopen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn 1 tot 2 cm lang en lichtpaars van kleur. De bloemkroonbuis is recht en heeft van binnen aan de basis een duidelijke haarring. De zijslippen hebben een draadvormig tandje. De kelk is 5 tot 7 mm lang. De tanden zijn meestal ongeveer even lang als de buis. Het stuifmeel is oranje.
Vruchten - Een splitvrucht. De kelktanden staan af als de vruchten rijp zijn. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, soms half beschaduwde, open plaatsen (pioniervegetatie) op matig droge tot meestal vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke grond (alle grondsoorten).
Groeiplaats - Akkers, tuinen, moestuinen, puin, plantsoenen, bloembakken, dijken, bermen, grasland (grasvelden, nieuwe gazons en kaal getrapte delen van weiland), heggen, struwelen, hakhout, zeeduinen (duinstruweel), langs spoorwegen, aan de voet van muren en in de voegen van bestrating.
Familie: Lamiaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke akkers