Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - april - juni
Hoogte - tot 0,01 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels - Eén worteltje.
Stengels/takken - Geen stengel.
Bladeren - De drijvende schijfjes zijn lichtgroen, cirkelvormig tot eirond en niet-doorschijnend. Verder zijn ze plat en met drie of soms vier of vijf nerven. Ze zijn vaak door zeer kleine steeltjes met elkaar verbonden. De bovenkant en de onderkant is vlak of heeft een hele kleine welving. De blaadjes zijn heel soms iets rood getint.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bloemen zijn groen.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten zijn niet gevleugeld. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige of soms licht beschaduwde plaatsen in ondiep, matig voedselarm tot voedselrijk, stilstaand tot zwak stromend, zoet water.
Groeiplaats - Water (plassen, tijdelijke plassen, poelen, vijvers, sloten, heidevennen, veenputten met binnendringend voedselrijk water en bospoelen) en grasland (volgelopen karrensporen en trapgaten in drassig weiland).
Bloeitijd - april - juni
Hoogte - tot 0,01 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels - Eén worteltje.
Stengels/takken - Geen stengel.
Bladeren - De drijvende schijfjes zijn lichtgroen, cirkelvormig tot eirond en niet-doorschijnend. Verder zijn ze plat en met drie of soms vier of vijf nerven. Ze zijn vaak door zeer kleine steeltjes met elkaar verbonden. De bovenkant en de onderkant is vlak of heeft een hele kleine welving. De blaadjes zijn heel soms iets rood getint.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bloemen zijn groen.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten zijn niet gevleugeld. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige of soms licht beschaduwde plaatsen in ondiep, matig voedselarm tot voedselrijk, stilstaand tot zwak stromend, zoet water.
Groeiplaats - Water (plassen, tijdelijke plassen, poelen, vijvers, sloten, heidevennen, veenputten met binnendringend voedselrijk water en bospoelen) en grasland (volgelopen karrensporen en trapgaten in drassig weiland).
Familie: Araceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke wateren