Ecologie & verspreiding
Alle Taphrina-soorten zijn parasitair op levende planten (biotrofe parasieten). Het grootste deel van het jaar leven ze als gisten ongezien op de waardplant waar ze geen mycelium van hyfen of draden en geen vruchtlichamen vormen; de asci zitten eenvoudigweg op de oppervlakte van de gal. De asci zijn er maar een korte periode van het jaar. In het voorjaar infecteert de schimmel de uitlopende bloeiwijzen; de plant reageert daarop met de vorming van gallen, die bij T. padi de vorm van narrentasjes hebben. In een koud en nat voorjaar kunnen de infecties massaal zijn. Er wordt van uitgegaan, dat alle Taphrina-soorten waardspecifiek zijn. Een juiste determinatie van de waardplant is dan ook van belang. De waardplant van T. padi is de inheemse Vogelkers (Prunus padus). Het is een algemene soort. Maar zijn verspreiding vormt echter maar een deel van het verspreidingsgebied van de Vogelkers, die in bijna geheel Nederland voorkomt.
Alle Taphrina-soorten zijn parasitair op levende planten (biotrofe parasieten). Het grootste deel van het jaar leven ze als gisten ongezien op de waardplant waar ze geen mycelium van hyfen of draden en geen vruchtlichamen vormen; de asci zitten eenvoudigweg op de oppervlakte van de gal. De asci zijn er maar een korte periode van het jaar. In het voorjaar infecteert de schimmel de uitlopende bloeiwijzen; de plant reageert daarop met de vorming van gallen, die bij T. padi de vorm van narrentasjes hebben. In een koud en nat voorjaar kunnen de infecties massaal zijn. Er wordt van uitgegaan, dat alle Taphrina-soorten waardspecifiek zijn. Een juiste determinatie van de waardplant is dan ook van belang. De waardplant van T. padi is de inheemse Vogelkers (Prunus padus). Het is een algemene soort. Maar zijn verspreiding vormt echter maar een deel van het verspreidingsgebied van de Vogelkers, die in bijna geheel Nederland voorkomt.
Substraatvoorkeur: vruchten (48)