Ecologie & verspreiding
Tengere veldmuur op open, zonnige en stikstofarme, droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak basische tot kalkrijke bodems bestaande uit zand, zavel, löss en mergel en op steenachtige plaatsen. De eenjarige en groen overwinterende plant groeit in graanakkers en akkerranden,op open, droge en steenachtige plekken in graslanden, op steile kalkhellingen en in mergelgroeven, op oude muren en spoorbermen. Het areaal loopt van Zuidwest-Azië door het Middellandse Zeegebied tot in West-Europa waar ze haar noordgrens op het vaste land in Nederland bereikt. De kale, rechtop staande soort is in Nederland zeer zeldzaam geworden en alleen nog bekend van Zuid-Limburg en één plaats in Leiden. Ze is zeer sterk achteruit gegaan door bemesting en cultuurtechnische werkzaamheden. Tot omstreeks de Tweedewereldoorlog was Tengere veldmuur vooral een plant van graanakkers op de Limburgse löss en op de stroomruggen langs de rivieren, maar vanaf ongeveer 1950 zijn er geen vondsten meer vermeld van dit specifieke biotoop.
Tengere veldmuur op open, zonnige en stikstofarme, droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak basische tot kalkrijke bodems bestaande uit zand, zavel, löss en mergel en op steenachtige plaatsen. De eenjarige en groen overwinterende plant groeit in graanakkers en akkerranden,op open, droge en steenachtige plekken in graslanden, op steile kalkhellingen en in mergelgroeven, op oude muren en spoorbermen. Het areaal loopt van Zuidwest-Azië door het Middellandse Zeegebied tot in West-Europa waar ze haar noordgrens op het vaste land in Nederland bereikt. De kale, rechtop staande soort is in Nederland zeer zeldzaam geworden en alleen nog bekend van Zuid-Limburg en één plaats in Leiden. Ze is zeer sterk achteruit gegaan door bemesting en cultuurtechnische werkzaamheden. Tot omstreeks de Tweedewereldoorlog was Tengere veldmuur vooral een plant van graanakkers op de Limburgse löss en op de stroomruggen langs de rivieren, maar vanaf ongeveer 1950 zijn er geen vondsten meer vermeld van dit specifieke biotoop.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,05-0,25 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn vertakt en bovenin kleverig behaard. Alle stengels met bloemen.
Bladeren - De lijnvormige bladeren zijn niet rond.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). IJle bloeiwijzen met witte, 6 mm grote bloemen. De helmknoppen zijn geel. De kroonbladen hebben een gave rand en zijn iets korter dan de kelkbladen. De kelkbladen zijn eirond-langwerpig en toegespitst met een smalle, vliezige rand.
Vruchten - Een doosvrucht. De openspringende vruchten zijn langer dan de kelkbladen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig vochtige, matig voedselrijke en kalkrijke grond (löss, mergel, zavel, zand en steenachtige plaatsen).
Groeiplaats - Akkers (graanakkers en akkerranden), grasland (open, droge en stenige plekken), steile kalkhellingen, oude muren en langs spoorwegen (spoorbermen).
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,05-0,25 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn vertakt en bovenin kleverig behaard. Alle stengels met bloemen.
Bladeren - De lijnvormige bladeren zijn niet rond.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). IJle bloeiwijzen met witte, 6 mm grote bloemen. De helmknoppen zijn geel. De kroonbladen hebben een gave rand en zijn iets korter dan de kelkbladen. De kelkbladen zijn eirond-langwerpig en toegespitst met een smalle, vliezige rand.
Vruchten - Een doosvrucht. De openspringende vruchten zijn langer dan de kelkbladen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig vochtige, matig voedselrijke en kalkrijke grond (löss, mergel, zavel, zand en steenachtige plaatsen).
Groeiplaats - Akkers (graanakkers en akkerranden), grasland (open, droge en stenige plekken), steile kalkhellingen, oude muren en langs spoorwegen (spoorbermen).
Familie: Caryophyllaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke akkers