Ecologie & verspreiding
Kruismuur prefereert zonnige, open, droge tot matig droge, kalkarme, zure tot matig zure, uitgesproken stikstofarme, zand- en grindbodems en op löss. Deze efemere, door vliegen bestoven pionier groeit in extensief gebruikte graslanden, in bermen en zomen, op heiden, in zeeduinen, op braakliggende grond en in akkers. De soort die niet alleen kortlevend maar ook concurrentiezwak is, kwam vroeger zeer zeldzaam in Nederland voor in de duinen bij den Haag, bij Nijmegen en in Zuid-Limburg. Deze vindplaatsen lagen aan de noordgrens van het areaal van deze subatlantische-submediterrane soort. Ze is overal in Europa zeer sterk achteruit gegaan ten gevolge van het dichtgroeien en de vergrassing van de standplaatsen, het stoppen van kleinschalige verstoring en het braakleggen van grasland. De teruggang heeft zich al voor 1930 ingezet, maar tegenwoordig draagt de luchtverontreiniging en de intensivering van de landbouwmethoden hun steentje bij door bemesting, iets waarvoor Kruismuur zeer gevoelig is.
Kruismuur prefereert zonnige, open, droge tot matig droge, kalkarme, zure tot matig zure, uitgesproken stikstofarme, zand- en grindbodems en op löss. Deze efemere, door vliegen bestoven pionier groeit in extensief gebruikte graslanden, in bermen en zomen, op heiden, in zeeduinen, op braakliggende grond en in akkers. De soort die niet alleen kortlevend maar ook concurrentiezwak is, kwam vroeger zeer zeldzaam in Nederland voor in de duinen bij den Haag, bij Nijmegen en in Zuid-Limburg. Deze vindplaatsen lagen aan de noordgrens van het areaal van deze subatlantische-submediterrane soort. Ze is overal in Europa zeer sterk achteruit gegaan ten gevolge van het dichtgroeien en de vergrassing van de standplaatsen, het stoppen van kleinschalige verstoring en het braakleggen van grasland. De teruggang heeft zich al voor 1930 ingezet, maar tegenwoordig draagt de luchtverontreiniging en de intensivering van de landbouwmethoden hun steentje bij door bemesting, iets waarvoor Kruismuur zeer gevoelig is.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - april - juni
Hoogte - 0,02-0,10 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De grijsgroene, rechtopstaande stengels zijn kaal.
Bladeren - De blauwgoene blaadjes zijn vlak, lijnvormig, stijf en spits. De wortelbladeren worden tot 2 cm. De stengelbladeren zijn kleiner en niet gesteeld.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 7 tot 8 mm in doorsnee. Er zijn 1 tot 4 bloemen per stengel. Bloemen met vier smalle kroonbladen, die korter zijn dan de kelk. De kelkbladen zijn langwerpig, spits en met een witvliezige rand.
Vruchten - Een doosvrucht. De kelkbladen zijn langer dan de vrucht. De openspringende vruchten met twee keer zoveel tanden als stijlen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen (pionier) op vrij droge, kalkarme, kiezelrijke zandgrond en op löss.
Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland, gazige hellingen en open plekjes in weiland), heide, akkers (akkerranden), braakliggende grond, zeeduinen, wegranden en bermen.
Bloeitijd - april - juni
Hoogte - 0,02-0,10 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De grijsgroene, rechtopstaande stengels zijn kaal.
Bladeren - De blauwgoene blaadjes zijn vlak, lijnvormig, stijf en spits. De wortelbladeren worden tot 2 cm. De stengelbladeren zijn kleiner en niet gesteeld.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 7 tot 8 mm in doorsnee. Er zijn 1 tot 4 bloemen per stengel. Bloemen met vier smalle kroonbladen, die korter zijn dan de kelk. De kelkbladen zijn langwerpig, spits en met een witvliezige rand.
Vruchten - Een doosvrucht. De kelkbladen zijn langer dan de vrucht. De openspringende vruchten met twee keer zoveel tanden als stijlen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen (pionier) op vrij droge, kalkarme, kiezelrijke zandgrond en op löss.
Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland, gazige hellingen en open plekjes in weiland), heide, akkers (akkerranden), braakliggende grond, zeeduinen, wegranden en bermen.
Familie: Caryophyllaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Verdwenen uit Nederland
Zeldzaamheid: verdwenen
Ecologische groep: kalkgraslanden