Ecologie & verspreiding
Kuifhyacint kan in de duinen worden beschouwd als een zoomplant. De soort groeit op droog, humus- en kalkhoudend zand temidden van struwelen, aan de rand van loofbossen en soms in wegbermen. In Nederland is Kuifhyacint zeldzaam in de duinstreek, elders zeer zeldzaam. De soort komt oorspronkelijk voor in het Middellandse Zeegebied. In Nederland werd Kuifhyacint pas aan het eind van de negentiende eeuw ontdekt. Oorspronkelijk is zij hier vermoedelijk met fazantenvoer uitgezaaid. Kuifhyacint handhaaft zich langdurig op dezelfde plek in de duinen, maar vermeerdert zich niet. In Midden- en Zuid-Limburg kwam de soort tot in de eerste helft van de twintigste eeuw voor in akkers op löss, vermoedelijk door aanvoer met zaden van andere gewassen.
Kuifhyacint kan in de duinen worden beschouwd als een zoomplant. De soort groeit op droog, humus- en kalkhoudend zand temidden van struwelen, aan de rand van loofbossen en soms in wegbermen. In Nederland is Kuifhyacint zeldzaam in de duinstreek, elders zeer zeldzaam. De soort komt oorspronkelijk voor in het Middellandse Zeegebied. In Nederland werd Kuifhyacint pas aan het eind van de negentiende eeuw ontdekt. Oorspronkelijk is zij hier vermoedelijk met fazantenvoer uitgezaaid. Kuifhyacint handhaaft zich langdurig op dezelfde plek in de duinen, maar vermeerdert zich niet. In Midden- en Zuid-Limburg kwam de soort tot in de eerste helft van de twintigste eeuw voor in akkers op löss, vermoedelijk door aanvoer met zaden van andere gewassen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,30-0,90 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - De bol wordt tot 2½ cm breed en heeft wortels die tot 15 cm lang en tot 3 mm dik worden. De plant vormt in onze omgeving maar weinig nevenbollen.
Stengels/takken - De stengels zijn rond.
Bladeren - De drie tot vijf lijnvormige bladeren zijn heel fijn getand, vrij slap, gootvormig en 1-2½ cm breed.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen een 10-25 cm lange, losse tros. Onderaan zitten de vruchtbare bloemen met een bruinachtige kroonbuis en groenwitte slippen. Bovenaan zitten een paar rechtopstaande, blauwpaarse, lang gesteelde en onvruchtbare bloemen.
Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten staan recht af. Ze zijn scherp driekantig en bevatten maar weinig bolronde, zwarte zaden. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige tot half beschaduwde, warme, vrij open plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkrijke, humushoudende, verstoorde of betreden grond (löss, leem, mergel en zand).
Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland), zeeduinen (grazige plaatsen), bermen (ruige plaatsen), ruigten (voedselrijke ruigten), struwelen, bosranden, hellingen, akkers (graanakkers op löss), wijngaarden en olijfgaarden.
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,30-0,90 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - De bol wordt tot 2½ cm breed en heeft wortels die tot 15 cm lang en tot 3 mm dik worden. De plant vormt in onze omgeving maar weinig nevenbollen.
Stengels/takken - De stengels zijn rond.
Bladeren - De drie tot vijf lijnvormige bladeren zijn heel fijn getand, vrij slap, gootvormig en 1-2½ cm breed.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen een 10-25 cm lange, losse tros. Onderaan zitten de vruchtbare bloemen met een bruinachtige kroonbuis en groenwitte slippen. Bovenaan zitten een paar rechtopstaande, blauwpaarse, lang gesteelde en onvruchtbare bloemen.
Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten staan recht af. Ze zijn scherp driekantig en bevatten maar weinig bolronde, zwarte zaden. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige tot half beschaduwde, warme, vrij open plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkrijke, humushoudende, verstoorde of betreden grond (löss, leem, mergel en zand).
Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland), zeeduinen (grazige plaatsen), bermen (ruige plaatsen), ruigten (voedselrijke ruigten), struwelen, bosranden, hellingen, akkers (graanakkers op löss), wijngaarden en olijfgaarden.
Familie: Asparagaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke ruigten