Grote teunisbloem

Oenothera glazioviana


© Joop Verburg

Ecologie & verspreiding
Grote teunisbloem wordt ook wel gesplitst in goed herkenbare microsoorten (Amerikaanse school). Zie het tabblad taxonomie voor de microsoorten die we onder dit taxon samennemen.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - herfst

Hoogte - 0,10-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een penwortel.

Stengels/takken - De rechtopstaande stengel is behaard en met rode knobbeltjes.

Bladeren - De bladeren groeien eerst in een rozet. Ze zijn breed langwerpig met gekreukelde randen. De bovenste bladeren zijn smaller, kleiner en hebben meestal een witte middennerf.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Grote bebladerde aren met gele bloemen. De kroonbladen zijn 3½-6 cm. De stijl is 2-6 cm. De kelkbladen hebben rode strepen of worden later helemaal rood. Het vruchtbeginsel heeft rode knobbeltjes.

Vruchten - Een doosvrucht met haren en met een rode voet. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, vaak omgewerkte grond (zand en stenige plaatsen en soms op mergel).

Groeiplaats - Hellingen, zeeduinen, ruigten (kalkrijke ruigten), bouwterreinen (stadsuitbreidingen), bermen (open plekken en langs net aangelegde wegen), industrieterreinen, haventerreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), afgravingen (zandgroeven), braakliggende grond, tussen straatstenen en omgewoelde plekken.
Familie: Onagraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: kalkrijke ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website