Ecologie & verspreiding
Grove den staat op open, zonnige, droge tot natte, voedselarme, zure zand- en veenbodems. Ze groeit in moersassen en moerasbossen, in loof- en naaldbossen, in struwelen, op heiden en in de zeeduinen, in stuifzanden en hoogvenen. Van nature ontbreekt de Euro-Aziatische soort vrijwel in de Europese kuststreken, uitgezonderd Schotland. Sinds de 16e eeuw is ze veel aangeplant in bossen en vaak verwilderd en ingeburgerd op heiden, zandverstuivingen en hoogvenen. De soort is algemeen op het Pleistoceen in het oosten en midden van het land en is elders zeldzamer. Ze is bestand tegen strenge vorst, tegen grote hitte en langdurende droogte maar is gevoelig voor de zeewind en komt dan ook minder voor in de duinen. De schors van deze dennensoort is roodbruin en de knoppen bevatten geen hars. De naalden staan in bundels van 2 en zijn aan de voet omsloten door een schede en zijn hooguit 7 cm. lang. Het grenenhout is van goede kwaliteit.
Grove den staat op open, zonnige, droge tot natte, voedselarme, zure zand- en veenbodems. Ze groeit in moersassen en moerasbossen, in loof- en naaldbossen, in struwelen, op heiden en in de zeeduinen, in stuifzanden en hoogvenen. Van nature ontbreekt de Euro-Aziatische soort vrijwel in de Europese kuststreken, uitgezonderd Schotland. Sinds de 16e eeuw is ze veel aangeplant in bossen en vaak verwilderd en ingeburgerd op heiden, zandverstuivingen en hoogvenen. De soort is algemeen op het Pleistoceen in het oosten en midden van het land en is elders zeldzamer. Ze is bestand tegen strenge vorst, tegen grote hitte en langdurende droogte maar is gevoelig voor de zeewind en komt dan ook minder voor in de duinen. De schors van deze dennensoort is roodbruin en de knoppen bevatten geen hars. De naalden staan in bundels van 2 en zijn aan de voet omsloten door een schede en zijn hooguit 7 cm. lang. Het grenenhout is van goede kwaliteit.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 5,00-40,00 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels - Een pen- of hartwortelstelsel, die soms tot meters diep gaat.
Stengels/takken - Takken met knoppen zonder hars. De schubben zijn aan de top teruggebogen.
Bladeren - De wintergroene naalden groeien in paren en zijn 3-7 cm. De naalden zitten eerst in een omhulling van vliezige schubben. Ze zijn halfrond, van onderen grijsgroen, van boven donkergroen, gestreept en aan de top toegespitst.
Bloemen - Een kegel. De rijpe, houtige kegels worden tot 7 cm en hebben een korte steel. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Naaktzadig (naaldboom).
Vruchten -
Bodem - Zonnige plaatsen op meestal droge, maar soms natte, voedselarme, zure grond (zand en hoogveen).
Groeiplaats - Heide, zandverstuivingen, hoogvenen, bossen (dennenbossen) en soms in de zeeduinen.
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 5,00-40,00 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels - Een pen- of hartwortelstelsel, die soms tot meters diep gaat.
Stengels/takken - Takken met knoppen zonder hars. De schubben zijn aan de top teruggebogen.
Bladeren - De wintergroene naalden groeien in paren en zijn 3-7 cm. De naalden zitten eerst in een omhulling van vliezige schubben. Ze zijn halfrond, van onderen grijsgroen, van boven donkergroen, gestreept en aan de top toegespitst.
Bloemen - Een kegel. De rijpe, houtige kegels worden tot 7 cm en hebben een korte steel. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Naaktzadig (naaldboom).
Vruchten -
Bodem - Zonnige plaatsen op meestal droge, maar soms natte, voedselarme, zure grond (zand en hoogveen).
Groeiplaats - Heide, zandverstuivingen, hoogvenen, bossen (dennenbossen) en soms in de zeeduinen.
Familie: Pinaceae
Groep: naaldbomen (naaktzadigen)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: bossen op droge, zure grond