Puntig fonteinkruid

Potamogeton friesii


© Wim Langbroek

Ecologie & verspreiding
Puntig fonteinkruid staat op zonnige plaatsen in ondiep, stilstaand of zwak stromend, zoet of zwak brak, kalkrijk en matig stikstofrijk water boven een modderige, licht tot matig organische bodem van zeeklei, veen, rivierklei of zand. Soms ook in dieper en groter water. Ze groeit in kanalen, in beken en sloten, in plassen en vijvers. Het is een soort van de gematigde en koele streken van het Noordelijke Halfrond en Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het verspreidingsgebied. De plant is vrij algemeen in de laagveenstreken in het westen en noorden van Nederland, zeldzaam in het rivierengebied en is elders zeer zeldzaam. De stengels zijn bovenaan duidelijk afgeplat en voornamelijk daar vertakt. De bladtop is stomp tot toegespitst en de bladen hebben meestal vijf nerven. De steunblaadjes hebben, net als bij Tenger fonteinkruid vergroeide randen aan de voet en zijn stengelomvattend. Zie ook de andere soorten van deze sectie !
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,50-1,20 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Geen wortelstok.

Stengels/takken - De stengels zijn afgerond-afgeplat en voornamelijk bovenaan vertakt met talrijke korte zijtakjes.

Bladeren - De op gras lijkende bladeren zijn ondergedoken. Ze zijn lijnvormig, doorschijnend, 2 tot 3½ mm breed, lichtgroen en hebben meestal 5 nerven. De bladtop is stomp of toegespitst. De steunblaadjes bij de voet zijn met vergroeide randen stengelomvattend.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aren zijn losbloemig en bevatten meestal 3 of 4, heel soms tot 10, groenige bloemen. De aarsteel wordt 2 tot 6 cm lang en is bovenaan verdikt.

Vruchten - Een steenvrucht. Vaak worden er maar weinig zaden gevormd. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige plaatsen in ondiep, kalkrijk, voedselrijk, stilstaand of zwak stromend, zoet of zwak brak water met een modderige, licht tot matig organische bodem van zeeklei, rivierklei, veen of zand. Soms ook in groter en dieper water.

Groeiplaats - Plassen, vijvers, kanalen, beken en sloten.
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke wateren
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website