Ecologie & verspreiding
Het gestreept stinkdier, of striped skunk in het gebied van oorsprong, (Mephitis mephitis) is een middelgroot roofdier (orde carnivora). De latijnse naam betekent “slechte geur”, die het dier dankt aan zijn effectieve verdedigingsmechanisme: de anale geurklieren. Van oorsprong komt hij voor in grote delen van Noord-Amerika, van het zuiden van Canada tot het noorden van Mexico, met uitzondering van woestijnen en meestal niet boven 1800 m. Daarbuiten komt het dier eigenlijk niet in het wild voor. Wel wordt het stinkdier af en toe als huisdier gehouden, o.a. in Nederland. Vrijgelaten of ontsnapte dieren kunnen zich lokaal in het wild vestigen en voortplanten. Stinkdieren leven voornamelijk solitair. Ze zien slecht en vinden hun voedsel voornamelijk op geur. Ze zijn het meest actief tijdens de schemering en verder tijdens de nacht. Overdag slapen ze in holen of holtes. Stinkdieren zijn opportunistische alleseters. Ze eten wat op dat moment het gemakkelijkst te vinden is. Ze eten bij voorkeur insecten, slakken en wormen die ze uitgraven met hun klauwen. Verder eten ze reptielen, muizen, eieren, vogels, vruchten, bessen, noten, mais en in stedelijke gebieden ook menselijk afval en kattenvoer. Karkassen worden slechts bij uitzondering gegeten.
Het gestreept stinkdier, of striped skunk in het gebied van oorsprong, (Mephitis mephitis) is een middelgroot roofdier (orde carnivora). De latijnse naam betekent “slechte geur”, die het dier dankt aan zijn effectieve verdedigingsmechanisme: de anale geurklieren. Van oorsprong komt hij voor in grote delen van Noord-Amerika, van het zuiden van Canada tot het noorden van Mexico, met uitzondering van woestijnen en meestal niet boven 1800 m. Daarbuiten komt het dier eigenlijk niet in het wild voor. Wel wordt het stinkdier af en toe als huisdier gehouden, o.a. in Nederland. Vrijgelaten of ontsnapte dieren kunnen zich lokaal in het wild vestigen en voortplanten. Stinkdieren leven voornamelijk solitair. Ze zien slecht en vinden hun voedsel voornamelijk op geur. Ze zijn het meest actief tijdens de schemering en verder tijdens de nacht. Overdag slapen ze in holen of holtes. Stinkdieren zijn opportunistische alleseters. Ze eten wat op dat moment het gemakkelijkst te vinden is. Ze eten bij voorkeur insecten, slakken en wormen die ze uitgraven met hun klauwen. Verder eten ze reptielen, muizen, eieren, vogels, vruchten, bessen, noten, mais en in stedelijke gebieden ook menselijk afval en kattenvoer. Karkassen worden slechts bij uitzondering gegeten.
Familie: Mephitidae