Ecologie & verspreiding
Dichtbloemig kweldergras staat op zonnige, open, vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak betreden en bereden, matig zilte tot zilte grond (klei, stenige plaatsen en soms op veen). Ze wordt aangetroffen aan waterkanten, op schorren, in buitendijkse weilanden, in en op kleiwegen en karrensporen en is vroeger ook aangetroffen langs diverse grachten in Amsterdam. Deze kustplant met een beperkt West-Europees areaal bereikt hier haar noordoostgrens. De soort was vroeger vrij algemeen in de laagveengebieden langs het IJ en de voormalige Zuiderzee en was zeer zeldzaam in Zeeland. Na afsluiting van de Zuiderzee is de soort hier sterk achteruitgegaan en uiteindelijk helemaal verdwenen.
Dichtbloemig kweldergras staat op zonnige, open, vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak betreden en bereden, matig zilte tot zilte grond (klei, stenige plaatsen en soms op veen). Ze wordt aangetroffen aan waterkanten, op schorren, in buitendijkse weilanden, in en op kleiwegen en karrensporen en is vroeger ook aangetroffen langs diverse grachten in Amsterdam. Deze kustplant met een beperkt West-Europees areaal bereikt hier haar noordoostgrens. De soort was vroeger vrij algemeen in de laagveengebieden langs het IJ en de voormalige Zuiderzee en was zeer zeldzaam in Zeeland. Na afsluiting van de Zuiderzee is de soort hier sterk achteruitgegaan en uiteindelijk helemaal verdwenen.
Recent duikt de soort weer op in de Zaanstreek in bermen langs onverharde paden op klei.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - augustus
Hoogte - 0,10-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De bloeistengels liggen uitgespreid of zijn soms opstijgend.
Bladeren - De bladen zijn vlak.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De pluim is éénzijdig, dicht, stijf en staat schuin tot recht af. De aartjes zijn zeer kort gesteeld. Het onderste kelkkafje is bijna 3 mm lang, het bovenste 2½-3 mm.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak wat betreden, matig zilte grond (klei, stenige plaatsen en soms op veen).
Groeiplaats - Waterkanten, schorren, grasland (buitendijks weiland), bermen (langs kleiwegen), wagensporen en vroeger langs de Amsterdamse grachten.
Bloeitijd - juni - augustus
Hoogte - 0,10-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De bloeistengels liggen uitgespreid of zijn soms opstijgend.
Bladeren - De bladen zijn vlak.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De pluim is éénzijdig, dicht, stijf en staat schuin tot recht af. De aartjes zijn zeer kort gesteeld. Het onderste kelkkafje is bijna 3 mm lang, het bovenste 2½-3 mm.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak wat betreden, matig zilte grond (klei, stenige plaatsen en soms op veen).
Groeiplaats - Waterkanten, schorren, grasland (buitendijks weiland), bermen (langs kleiwegen), wagensporen en vroeger langs de Amsterdamse grachten.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Verdwenen uit Nederland
Zeldzaamheid: verdwenen
Ecologische groep: schorren