Ecologie & verspreiding
Wouw houdt van zonnige droge plaatsen op matig voedselarme tot matig voedselrijke kalkrijke bodems die goed waterdoorlatend zijn. Ze groeit alleen in een open vegetatie en is daarom vaak te vinden als pionier op pas omgewerkte grond. In zonnige bermen, op zuidhellingen van dijken en vergraven duinen en langs spoorwegen is ze te vinden. Deze vrij zeldzame soort is het meest te vinden in Zuid-Limburg en plaatselijk in het rivierengebied en in de duinen en op de Zeeuwse dijken. Elders is ze zeldzaam en komt ze voornamelijk voor langs spoorwegen. Als alle soorten reseda komt ze oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied en is lang geleden door de mens naar Midden- en Noord-Europa verspreid. Als cultuurvolger is haar voorkomen stabiel. Ze lijkt op wilde reseda maar haar blad is niet ingesneden. Wouw is al sinds de prehistorie in Midden-Europa als verfplant in gebruik. Ze levert een duurzame gele kleurstof, die o.a. voor zijde werd gebruikt.
Wouw houdt van zonnige droge plaatsen op matig voedselarme tot matig voedselrijke kalkrijke bodems die goed waterdoorlatend zijn. Ze groeit alleen in een open vegetatie en is daarom vaak te vinden als pionier op pas omgewerkte grond. In zonnige bermen, op zuidhellingen van dijken en vergraven duinen en langs spoorwegen is ze te vinden. Deze vrij zeldzame soort is het meest te vinden in Zuid-Limburg en plaatselijk in het rivierengebied en in de duinen en op de Zeeuwse dijken. Elders is ze zeldzaam en komt ze voornamelijk voor langs spoorwegen. Als alle soorten reseda komt ze oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied en is lang geleden door de mens naar Midden- en Noord-Europa verspreid. Als cultuurvolger is haar voorkomen stabiel. Ze lijkt op wilde reseda maar haar blad is niet ingesneden. Wouw is al sinds de prehistorie in Midden-Europa als verfplant in gebruik. Ze levert een duurzame gele kleurstof, die o.a. voor zijde werd gebruikt.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - september
Hoogte - 0,50-1,00 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een penwortel. Worteldiepte tot 50 cm.
Stengels/takken - In het midden van de rechtopstaande hoofdstengel groeien een klein aantal rechtopstaande zijstengels.
Bladeren - De niet gedeelde bladeren zijn lijnvormig tot langwerpig, hebben meestal een gegolfde rand en een versmalde voet.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kort gesteelde, licht groengele bloemen groeien in zeer lange, smalle trossen. Elke bloem heeft 4 kroonbladen en 4 kelkbladen.
Vruchten - Een doosvrucht. De rechtopstaande vruchten zijn 3 tot 4 mm, bolvormig en zeskantig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen(pionier) op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, omgewerkte grond.
Groeiplaats - Langs spoorwegen (spoorwegterreinen), industrieterreinen, dijken (open plekken), bermen (open plekken en langs paden), akkers (akkerranden), zeeduinen (enigszins ruderale plaatsen), afgravingen (zandgroeven, verlaten steengroeven, kalkgroeven), stadswallen, bij steenfabrieken, ruigten (kalkrijke ruigten), ruderale plaatsen en braakliggende grond.
Bloeitijd - juni - september
Hoogte - 0,50-1,00 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een penwortel. Worteldiepte tot 50 cm.
Stengels/takken - In het midden van de rechtopstaande hoofdstengel groeien een klein aantal rechtopstaande zijstengels.
Bladeren - De niet gedeelde bladeren zijn lijnvormig tot langwerpig, hebben meestal een gegolfde rand en een versmalde voet.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kort gesteelde, licht groengele bloemen groeien in zeer lange, smalle trossen. Elke bloem heeft 4 kroonbladen en 4 kelkbladen.
Vruchten - Een doosvrucht. De rechtopstaande vruchten zijn 3 tot 4 mm, bolvormig en zeskantig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen(pionier) op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, omgewerkte grond.
Groeiplaats - Langs spoorwegen (spoorwegterreinen), industrieterreinen, dijken (open plekken), bermen (open plekken en langs paden), akkers (akkerranden), zeeduinen (enigszins ruderale plaatsen), afgravingen (zandgroeven, verlaten steengroeven, kalkgroeven), stadswallen, bij steenfabrieken, ruigten (kalkrijke ruigten), ruderale plaatsen en braakliggende grond.
Familie: Resedaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: kalkrijke ruigten