Ecologie & verspreiding
De Steenbraam, Rubus saxatilis, is in Nederland een zeer zeldzame soort die alleen is aangetroffen bij Ter-Apel in Zuidoost-Groningen. Ze is hier bekend sinds 1897 en het aantal vindplaatsen is in de loop van de tijd afgenomen. Momenteel rest nog slechts één (bekende) vindplaats. Europees gezien is Rubus saxatilis een soort van de berggebieden en de boreale en arctische streken. In een brede strook langs de westkust van het Europese continent is ze zeldzaam, maar op de Britse eilanden heeft de soort een ruime verspreiding. De Nederlandse vindplaats sluit aan bij het verspreidingsgebied in Noord-Duitsland, waar Rubus saxatilis verspreid voorkomt. De soort wordt doorgaans beschouwd als kalkminnaar, maar de Nederlandse groeiplaats wijkt hier sterk van af: in Nederland groeit de soort in sterk door de mens bepaalde, min of meer ruige, halfbeschaduwde omstandigheden. De laatste groeiplaats van Rubus saxatilis in Nederland ligt direct langs een weg.
De Steenbraam, Rubus saxatilis, is in Nederland een zeer zeldzame soort die alleen is aangetroffen bij Ter-Apel in Zuidoost-Groningen. Ze is hier bekend sinds 1897 en het aantal vindplaatsen is in de loop van de tijd afgenomen. Momenteel rest nog slechts één (bekende) vindplaats. Europees gezien is Rubus saxatilis een soort van de berggebieden en de boreale en arctische streken. In een brede strook langs de westkust van het Europese continent is ze zeldzaam, maar op de Britse eilanden heeft de soort een ruime verspreiding. De Nederlandse vindplaats sluit aan bij het verspreidingsgebied in Noord-Duitsland, waar Rubus saxatilis verspreid voorkomt. De soort wordt doorgaans beschouwd als kalkminnaar, maar de Nederlandse groeiplaats wijkt hier sterk van af: in Nederland groeit de soort in sterk door de mens bepaalde, min of meer ruige, halfbeschaduwde omstandigheden. De laatste groeiplaats van Rubus saxatilis in Nederland ligt direct langs een weg.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,10-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De eenjarige stengels verhouten niet en sterven elk jaar af. De kruipende stengels worden soms wel 3 meter lang. Ze wortelen op de knopen, zijn behaard en zwak gestekeld. De bloeistengel staat rechtop.
Bladeren - De glanzend heldergroene bladeren zijn 3-tallig. De zittende steunblaadjes zijn eirond tot langwerpig en niet vergroeid met de bladsteel.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 3 tot 10 bloemen vormen een tuil tussen grote schutbladen. Ze zijn 0,8 tot 1 cm groot. De rechtopstaande kroonbladen zijn klein, wit, langwerpig en vallen spoedig af. De kelkbladen zijn tijdens de bloei teruggeslagen.
Vruchten - Een steenvrucht. De eetbare bes is een verzamelvrucht van een klein aantal (2 tot 6) helderrode, weinig samenhangende vruchtjes. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vrij zure tot kalkhoudende, leemhoudende en verplaatste grond (leem en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Rotsachtige plaatsen, puinhellingen, bossen, kreupelhout en bermen.
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,10-0,30 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De eenjarige stengels verhouten niet en sterven elk jaar af. De kruipende stengels worden soms wel 3 meter lang. Ze wortelen op de knopen, zijn behaard en zwak gestekeld. De bloeistengel staat rechtop.
Bladeren - De glanzend heldergroene bladeren zijn 3-tallig. De zittende steunblaadjes zijn eirond tot langwerpig en niet vergroeid met de bladsteel.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 3 tot 10 bloemen vormen een tuil tussen grote schutbladen. Ze zijn 0,8 tot 1 cm groot. De rechtopstaande kroonbladen zijn klein, wit, langwerpig en vallen spoedig af. De kelkbladen zijn tijdens de bloei teruggeslagen.
Vruchten - Een steenvrucht. De eetbare bes is een verzamelvrucht van een klein aantal (2 tot 6) helderrode, weinig samenhangende vruchtjes. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vrij zure tot kalkhoudende, leemhoudende en verplaatste grond (leem en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Rotsachtige plaatsen, puinhellingen, bossen, kreupelhout en bermen.
Familie: Rosaceae
Groep: S
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: bossen op droge, zure grond