Ecologie & verspreiding
Hondshelmkruis staat op open, zonnige, matig voedselrijke, stikstofarme, matig droge tot matig vochtige, neutrale of kalkhoudende, zand- en grindbodems of op kalksteen. De zeer variabele plant groeit in de nabijheid van rivieren op rotsachtige plekken, in bermen en struwelen, op puinhellingen en grazige plaatsen, op dijken en muren en in kiezelgroeven. Het verspreidingscentrum van deze pionier vormt het Middellandse Zeegebied, van hieruit straalt ze uit naar het noorden via de grote rivieren tot in Midden-Frankrijk en West-Duitsland. Langs de Rijn komt ze bestendig voor tot Mannheim, noordelijker treedt ze efemeer op. In Noord-Frankrijk staat ze tegenwoordig op mijnsteenbergen dicht bij de Belgische grens. In Nederland is de onaangenaam geurende plant in 1921 op 2 plaatsen langs de Waal gevonden. Het is bij deze vondsten gebleven. Dit Helmkruid is onmiskenbaar door zijn gedeelde bladeren. De kroon is purperbruin met witgerande slippen. Bestuiving geschiedt door wespen en zweefvliegen, de gevormde zaden zijn klein en rond.
Hondshelmkruis staat op open, zonnige, matig voedselrijke, stikstofarme, matig droge tot matig vochtige, neutrale of kalkhoudende, zand- en grindbodems of op kalksteen. De zeer variabele plant groeit in de nabijheid van rivieren op rotsachtige plekken, in bermen en struwelen, op puinhellingen en grazige plaatsen, op dijken en muren en in kiezelgroeven. Het verspreidingscentrum van deze pionier vormt het Middellandse Zeegebied, van hieruit straalt ze uit naar het noorden via de grote rivieren tot in Midden-Frankrijk en West-Duitsland. Langs de Rijn komt ze bestendig voor tot Mannheim, noordelijker treedt ze efemeer op. In Noord-Frankrijk staat ze tegenwoordig op mijnsteenbergen dicht bij de Belgische grens. In Nederland is de onaangenaam geurende plant in 1921 op 2 plaatsen langs de Waal gevonden. Het is bij deze vondsten gebleven. Dit Helmkruid is onmiskenbaar door zijn gedeelde bladeren. De kroon is purperbruin met witgerande slippen. Bestuiving geschiedt door wespen en zweefvliegen, de gevormde zaden zijn klein en rond.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,30-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De stengels zijn sterk vertakt.
Bladeren - De onderste bladeren zijn veerspletig met vrij smalle, meestal getande slippen. De bovenste bladeren zijn elliptisch tot langwerpig en soms wat gelobd. Ze staan meestal verspreid. De schutbladen zijn maar klein.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn donker paarsrood en 4-5 mm. Ze hebben witgerande slippen. De bovenlip is drie keer zo lang als de buis. De kelkslippen zijn stomp en hebben brede vliezige randen.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droog ror matig vochtige, matig voedselrijke, neutrale of kalkhoudende grond (zand, riviergrind en kalksteen).
Groeiplaats - Waterkanten (langs rivieren), grasland (grazige plaatsen) en rotsachtige plaatsen.
Bloeitijd - mei - juli
Hoogte - 0,30-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De stengels zijn sterk vertakt.
Bladeren - De onderste bladeren zijn veerspletig met vrij smalle, meestal getande slippen. De bovenste bladeren zijn elliptisch tot langwerpig en soms wat gelobd. Ze staan meestal verspreid. De schutbladen zijn maar klein.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn donker paarsrood en 4-5 mm. Ze hebben witgerande slippen. De bovenlip is drie keer zo lang als de buis. De kelkslippen zijn stomp en hebben brede vliezige randen.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droog ror matig vochtige, matig voedselrijke, neutrale of kalkhoudende grond (zand, riviergrind en kalksteen).
Groeiplaats - Waterkanten (langs rivieren), grasland (grazige plaatsen) en rotsachtige plaatsen.
Familie: Scrophulariaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: onbestendige soort
Zeldzaamheid: verdwenen
Ecologische groep: droge, neutrale graslanden