Taxus

Taxus baccata


© Wim van der Neut

Ecologie & verspreiding
Taxus of venijnboom staat op zonnige, soms zwaar beschaduwde, matig droge tot vochtige, goed doorlatende, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende, humeuze, stenige klei- en leembodems. De plant groeit in loofbossen en struwelen, op steile hellingen en rotsen. In Nederland staat ze vaak langs beken. Ze slaat op in tuinen en parken, op muren en in de binnenduinbossen. Ze heeft een zeer verbrokkeld areaal en de soort is alleen in het oosten van het land inheems en is daar zeer zeldzaam. De altijd groene plant komt thans in grote delen van het land vrij algemeen voor en is duidelijk ingeburgerd. Ook wordt ze uitgeplant. Ze groeit zeer langzaam en kan zeer oud worden. Het hout werd vroeger gebruikt voor krachtige handbogen. De kegelbessen worden door vogels en kleine zoogdieren gegeten en de niet verteerde zaden worden zo verspreid. Ze bevat zeer giftige stoffen waaronder taxol, dat al heel lang gebruikt wordt bij kankerbestrijding.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - maart - mei

Hoogte - 3,00-18,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, tweehuizig

Wortels - Een diepgaand wortelstelsel.

Stengels/takken - Jonge takken zijn heldergroen, in het tweede jaar worden ze bruin.

Bladeren - De wintergroene naalden zijn 1 tot 1½ cm lang. Ze zijn glanzend donkergroen, van onderen lichter groen, lijnvormig, vlak, toegespitst en groeien schijnbaar in 2 rijen.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloemen zijn groen. Mannelijke bloemen bevatten 6 tot 14 gele meeldraden. Vrouwelijke bloemen groeien alleen of in paren.

Vruchten - Een kegelbes. Een rode, afgeknot ronde, vlezige schijnvrucht van ongeveer 1 cm. De zaden zijn zeer giftig, het vruchtvlees niet. Naaktzadig (naaldboom).

Bodem - Zonnige tot soms zwaar beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, goed doorluchte, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende, humeuze grond (leem en stenige plaatsen).

Groeiplaats - Bossen (kalkrijke loofbossen), struwelen, heggen, waterkanten (langs bosbeken), rotsen, steile stenige hellingen, begraafplaatsen, in spleten van oude muren en zeeduinen (binnenduinbossen).
Familie: Taxaceae
Groep: naaldbomen (naaktzadigen)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: kalkrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website