Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - september
Hoogte - 0,15-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte tot 50 cm.
Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn kantig, kaal, bebladerd en naar boven toe vaak vertakt.
Bladeren - De langwerpige, lichtgroene bladeren worden tot 6 cm lang. Ze zijn grof bochtig getand, hebben een pijlvormige voet en zijn stengelomvattend.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in eindstandige trossen. De witte kroonbladen zijn 3 tot 4 mm en de helmknoppen zijn geel.
Vruchten - Een doosvrucht. De hauwtjes zijn rondachtig, 1 tot 2 cm groot, breed gevleugeld (bovenaan tot 5 mm breed) en aan de top ingesneden. Ze hebben een afstaande steel. Zaden met lage, concentrische ribbels. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige grond).
Groeiplaats - Akkers (graanakkers en hakvruchtakkers), moestuinen, bermen, dijken, puin, ruderale plaatsen (ook in de duinen), nieuwe plantsoenen, droge greppels, braakliggende grond, stortterreinen en gronddepots.
Bloeitijd - mei - september
Hoogte - 0,15-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Worteldiepte tot 50 cm.
Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn kantig, kaal, bebladerd en naar boven toe vaak vertakt.
Bladeren - De langwerpige, lichtgroene bladeren worden tot 6 cm lang. Ze zijn grof bochtig getand, hebben een pijlvormige voet en zijn stengelomvattend.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in eindstandige trossen. De witte kroonbladen zijn 3 tot 4 mm en de helmknoppen zijn geel.
Vruchten - Een doosvrucht. De hauwtjes zijn rondachtig, 1 tot 2 cm groot, breed gevleugeld (bovenaan tot 5 mm breed) en aan de top ingesneden. Ze hebben een afstaande steel. Zaden met lage, concentrische ribbels. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige grond).
Groeiplaats - Akkers (graanakkers en hakvruchtakkers), moestuinen, bermen, dijken, puin, ruderale plaatsen (ook in de duinen), nieuwe plantsoenen, droge greppels, braakliggende grond, stortterreinen en gronddepots.
Familie: Brassicaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke akkers