Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,05-0,40 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een ondiep wortelstelsel zonder penwortel.
Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn al of niet vertakt, behaard en vaak rood aangelopen.
Bladeren - De onderste bladeren staan tegenover elkaar. Ze zijn langwerpig en de drie nerven lopen parallel. Ze hebben geen steunblaadjes. Hogerop staan de bladeren voor een deel verspreid. Deze blaadjes zijn smaller, met één nerf en steunblaadjes, die tot ruim half zo lang als het blad worden.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen ijle, meestal niet bebladerde schichten, die aan het eind van de bloei ongeveer half zo groot zijn als de hele plant. De kroonbladen zijn citroengeel. Bij de voet zit meestal een roodbruine vlek. De kroonbladen vallen snel af. Vijf kelkbladen, waarvan de buitenste twee kleiner zijn.
Vruchten - Een doosvrucht met drie kleppen. De vruchtstelen staan recht af of zijn iets teruggeslagen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, neutrale tot zwak zure zandgrond en op stenige plaatsen.
Groeiplaats - Zeeduinen (duinvalleien en glooiingen van lage duintjes) en kale rotsen.
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,05-0,40 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een ondiep wortelstelsel zonder penwortel.
Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn al of niet vertakt, behaard en vaak rood aangelopen.
Bladeren - De onderste bladeren staan tegenover elkaar. Ze zijn langwerpig en de drie nerven lopen parallel. Ze hebben geen steunblaadjes. Hogerop staan de bladeren voor een deel verspreid. Deze blaadjes zijn smaller, met één nerf en steunblaadjes, die tot ruim half zo lang als het blad worden.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen ijle, meestal niet bebladerde schichten, die aan het eind van de bloei ongeveer half zo groot zijn als de hele plant. De kroonbladen zijn citroengeel. Bij de voet zit meestal een roodbruine vlek. De kroonbladen vallen snel af. Vijf kelkbladen, waarvan de buitenste twee kleiner zijn.
Vruchten - Een doosvrucht met drie kleppen. De vruchtstelen staan recht af of zijn iets teruggeslagen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, neutrale tot zwak zure zandgrond en op stenige plaatsen.
Groeiplaats - Zeeduinen (duinvalleien en glooiingen van lage duintjes) en kale rotsen.
Familie: Cistaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: droge, neutrale graslanden