Ecologie & verspreiding
Bleekgeel blaasjeskruid zweeft in zonnig en ondiep, voedselarm, zwak tot matig zuur, niet vervuild en uitgesproken stikstofarm water boven slikkige, turfachtige zand. Ze groeit in moerassen en moerasbossen, in turfsloten, in heidevennen en in veenplassen, gemiddeld in wat zuurder water dan Plat blaasjeskruid. Nederland valt geheel binnen het areaal van het taxon. De vleesetende soort was zeer zeldzaam in het zuidoosten van het land en werd voor het laatst in 1983 gevonden. Het verdwijnen van de plant uit ons land is te wijten aan de sterk toegenomen eutrofiëring. De stengels hebben naast de groene waterloten (die geen of slechts enkele blaasjes dragen) ook bleke grondloten zonder bladgroen (en altijd met blaasjes) die de plant verankeren. De afgeplatte bladeren hebben stekelharen die meestal op een klein zijslipje van de bladrand zitten en er worden, zich verlengende, zilverachtig behaarde winterkoppen gevormd die door het water of door watervogels verspreid worden.
Bleekgeel blaasjeskruid zweeft in zonnig en ondiep, voedselarm, zwak tot matig zuur, niet vervuild en uitgesproken stikstofarm water boven slikkige, turfachtige zand. Ze groeit in moerassen en moerasbossen, in turfsloten, in heidevennen en in veenplassen, gemiddeld in wat zuurder water dan Plat blaasjeskruid. Nederland valt geheel binnen het areaal van het taxon. De vleesetende soort was zeer zeldzaam in het zuidoosten van het land en werd voor het laatst in 1983 gevonden. Het verdwijnen van de plant uit ons land is te wijten aan de sterk toegenomen eutrofiëring. De stengels hebben naast de groene waterloten (die geen of slechts enkele blaasjes dragen) ook bleke grondloten zonder bladgroen (en altijd met blaasjes) die de plant verankeren. De afgeplatte bladeren hebben stekelharen die meestal op een klein zijslipje van de bladrand zitten en er worden, zich verlengende, zilverachtig behaarde winterkoppen gevormd die door het water of door watervogels verspreid worden.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - augustus
Hoogte - 0,10-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De groene bladeren zijn vaak voorzien van een enkel blaasje. De bladslippen hebben een spitse, geleidelijk in een stekelhaar overgaande top en spitse tandjes. Ook hebben ze stekelharen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn bleekgeel met een bruin gestreept gehemelte. De spoor staat af en is half zo lang als de onderlip. De soort bloeit vaker dan Plat blaasjeskruid.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen in ondiep, voedselarm, zwak tot matig zuur water (o.a. hoogveen).
Groeiplaats - Water (heidevennen en veenplassen).
Bloeitijd - juni - augustus
Hoogte - 0,10-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De groene bladeren zijn vaak voorzien van een enkel blaasje. De bladslippen hebben een spitse, geleidelijk in een stekelhaar overgaande top en spitse tandjes. Ook hebben ze stekelharen.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn bleekgeel met een bruin gestreept gehemelte. De spoor staat af en is half zo lang als de onderlip. De soort bloeit vaker dan Plat blaasjeskruid.
Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen in ondiep, voedselarm, zwak tot matig zuur water (o.a. hoogveen).
Groeiplaats - Water (heidevennen en veenplassen).
Familie: Lentibulariaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Verdwenen uit Nederland
Zeldzaamheid: verdwenen
Ecologische groep: voedselarme wateren