Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,60-1,20 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een gedrongen wortelstok met lange, taaie wortels en onder- en bovengrondse uitlopers. Worteldiepte tot 20 cm.
Stengels/takken - De stengels zijn kaal.
Bladeren - De verspreid staande bladeren staan in 2 rijen. Ze zijn geveerd of veervormig gedeeld met negen tot eenentwintig langwerpige, getande bladslippen. De onderste bladeren zijn gesteeld, de bovenste zijn kleiner en niet gesteeld.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen vrijwel ronde kluwens. Ze zijn lichtpaars-roze tot bijna wit en 2½-5 mm groot. De helmknoppen zijn paars. De bloemknoppen zijn voor de bloei roze.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten zijn kaal of behaard. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, zelden droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaats - Waterkanten (langs allerlei water, o.a. slibrijke oeverwallen en stenen beschoeiingen), grasland (nat verruigd grasland, hooiland en nat, bemest grasland), bermen, dijken, zeeduinen (duinvalleien en duinhellingen), ruigten (natte strooiselruigten), in en langs greppels, moerassen (rietkragen en onregelmatig gemaaid rietland), bossen (grienden, moerasbossen en rivier- en beekbegeleidende loofbossen), kapvlakten, kalkhellingen, heide (langs schelpenpaadjes), in griendknotwilgen, vochtige muren en plantsoenen.
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,60-1,20 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een gedrongen wortelstok met lange, taaie wortels en onder- en bovengrondse uitlopers. Worteldiepte tot 20 cm.
Stengels/takken - De stengels zijn kaal.
Bladeren - De verspreid staande bladeren staan in 2 rijen. Ze zijn geveerd of veervormig gedeeld met negen tot eenentwintig langwerpige, getande bladslippen. De onderste bladeren zijn gesteeld, de bovenste zijn kleiner en niet gesteeld.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen vrijwel ronde kluwens. Ze zijn lichtpaars-roze tot bijna wit en 2½-5 mm groot. De helmknoppen zijn paars. De bloemknoppen zijn voor de bloei roze.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten zijn kaal of behaard. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, zelden droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaats - Waterkanten (langs allerlei water, o.a. slibrijke oeverwallen en stenen beschoeiingen), grasland (nat verruigd grasland, hooiland en nat, bemest grasland), bermen, dijken, zeeduinen (duinvalleien en duinhellingen), ruigten (natte strooiselruigten), in en langs greppels, moerassen (rietkragen en onregelmatig gemaaid rietland), bossen (grienden, moerasbossen en rivier- en beekbegeleidende loofbossen), kapvlakten, kalkhellingen, heide (langs schelpenpaadjes), in griendknotwilgen, vochtige muren en plantsoenen.
Familie: Caprifoliaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: natte, bemeste graslanden