Ecologie & verspreiding
Rode waterereprijs staat in zonnig of soms half beschaduwd, ondiep, stromend, zoet tot zwak brak water en op open, natte, ± voedsel- en stikstofrijke, basische en kalkhoudende klei-, leem- en zandgrond, zelden op veen. Ze groeit in verse greppels en op rivierstrandjes, in kwel- en weidesloten, in duinplassen en kreken, in doorbraakkolken, vijvers en in drinkpoelen. Ook op modderige plaatsen in uiterwaarden, in kleigroeven, op kwelplekken in nat grasland en op opgespoten grond. Het is een plant van de gematigde streken van Noordelijk Halfrond en Oost-Afrika. De soort is plaatselijk vrij algemeen in het kustgebied, het poldergebied en in het gebied van de grote rivieren, vrij zeldzaam in het oosten en midden van het land en zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Naast het kleurverschil van de bloemkroon is Rode waterereprijs ook te onderscheiden van Blauwe waterereprijs door de andere hoek die de bloemstelen maken met as van de bloeiwijze.
Rode waterereprijs staat in zonnig of soms half beschaduwd, ondiep, stromend, zoet tot zwak brak water en op open, natte, ± voedsel- en stikstofrijke, basische en kalkhoudende klei-, leem- en zandgrond, zelden op veen. Ze groeit in verse greppels en op rivierstrandjes, in kwel- en weidesloten, in duinplassen en kreken, in doorbraakkolken, vijvers en in drinkpoelen. Ook op modderige plaatsen in uiterwaarden, in kleigroeven, op kwelplekken in nat grasland en op opgespoten grond. Het is een plant van de gematigde streken van Noordelijk Halfrond en Oost-Afrika. De soort is plaatselijk vrij algemeen in het kustgebied, het poldergebied en in het gebied van de grote rivieren, vrij zeldzaam in het oosten en midden van het land en zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Naast het kleurverschil van de bloemkroon is Rode waterereprijs ook te onderscheiden van Blauwe waterereprijs door de andere hoek die de bloemstelen maken met as van de bloeiwijze.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - herfst
Hoogte - 0,15-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De meestal rechtopstaande stengels zijn vaak rood aangelopen. Ze zijn vierkantig tot vrijwel rond en al of niet behaard.
Bladeren - De donkergroene bladeren zijn zwak gezaagd en langwerpig. De voet is niet gesteeld en halfstengelomvattend. De bladeren hebben een spitse top. De middennerf is aan de voet bijna even breed als de stengel. De schutbladen zijn ook langwerpig, maar minder spits.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in trossen vanuit de bladoksels. De bloemstelen zijn tijdens de bloei langer dan de schutbladen. De bloemen zijn roze met donkerder aderen en 3 tot 5 mm groot.
Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten zijn rondachtig of meer breed dan lang. De kelkslippen staan recht van de vrucht af. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige of soms half beschaduwde plaatsen (pionier) in ondiep, stromend, zoet tot zwak brak water en op open, natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, met name stikstofrijke, kalkhoudende grond (klei, leem en zand, zelden op veen).
Groeiplaats - Water en waterkanten (verse greppels, rivierstrandjes, kwelsloten, duinplassen, weidesloten, doorbraakkolken, kreken, vijvers en drinkpoelen), modderige plaatsen in uiterwaarden, afgravingen (kleigroeven), grasland (nat weiland en opengetrapte of stuk gereden weiland), kwelplekken en opgespoten grond.
Bloeitijd - mei - herfst
Hoogte - 0,15-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De meestal rechtopstaande stengels zijn vaak rood aangelopen. Ze zijn vierkantig tot vrijwel rond en al of niet behaard.
Bladeren - De donkergroene bladeren zijn zwak gezaagd en langwerpig. De voet is niet gesteeld en halfstengelomvattend. De bladeren hebben een spitse top. De middennerf is aan de voet bijna even breed als de stengel. De schutbladen zijn ook langwerpig, maar minder spits.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in trossen vanuit de bladoksels. De bloemstelen zijn tijdens de bloei langer dan de schutbladen. De bloemen zijn roze met donkerder aderen en 3 tot 5 mm groot.
Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten zijn rondachtig of meer breed dan lang. De kelkslippen staan recht van de vrucht af. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige of soms half beschaduwde plaatsen (pionier) in ondiep, stromend, zoet tot zwak brak water en op open, natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, met name stikstofrijke, kalkhoudende grond (klei, leem en zand, zelden op veen).
Groeiplaats - Water en waterkanten (verse greppels, rivierstrandjes, kwelsloten, duinplassen, weidesloten, doorbraakkolken, kreken, vijvers en drinkpoelen), modderige plaatsen in uiterwaarden, afgravingen (kleigroeven), grasland (nat weiland en opengetrapte of stuk gereden weiland), kwelplekken en opgespoten grond.
Familie: Plantaginaceae
Groep: S
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: pionier op stikstofrijke, natte grond