Ecologie & verspreiding
Voederwikke is vooral te vinden op zonnige en warme, open tot grazige, matig vochtige tot droge, voedselarme tot voedselrijkere bodems en groeit het best op voedselrijkere, kleiige en stikstofrijke gronden. Dit al heel zeer oude cultuurgewas, waarvan de herkomst onbekend is (men denkt aan Eurazië), groeit op akkers, braakliggende terreinen en in bermen. Tegenwoordig is voederwikke verspreid over de gematigde streken van alle continenten. Ze is in Nederland zeer algemeen verspreid, alleen wordt ze wat minder algemeen aangetroffen in de Flevopolders en de noordelijke kleigebieden. De plant was als veevoer en groenbemester in cultuur en de zaden werden als vogelvoer gebruikt. Als enige binnen deze groep is ze op zelfbestuiving aangewezen. Voor de verschillen tussen de ondersoorten komen vooral bloem- en bladkenmerken, naast kenmerken van de rijpe peulen in beeld en daarvoor wordt verwezen naar de gebruikelijke flora’s.
Voederwikke is vooral te vinden op zonnige en warme, open tot grazige, matig vochtige tot droge, voedselarme tot voedselrijkere bodems en groeit het best op voedselrijkere, kleiige en stikstofrijke gronden. Dit al heel zeer oude cultuurgewas, waarvan de herkomst onbekend is (men denkt aan Eurazië), groeit op akkers, braakliggende terreinen en in bermen. Tegenwoordig is voederwikke verspreid over de gematigde streken van alle continenten. Ze is in Nederland zeer algemeen verspreid, alleen wordt ze wat minder algemeen aangetroffen in de Flevopolders en de noordelijke kleigebieden. De plant was als veevoer en groenbemester in cultuur en de zaden werden als vogelvoer gebruikt. Als enige binnen deze groep is ze op zelfbestuiving aangewezen. Voor de verschillen tussen de ondersoorten komen vooral bloem- en bladkenmerken, naast kenmerken van de rijpe peulen in beeld en daarvoor wordt verwezen naar de gebruikelijke flora’s.
Familie: Fabaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke ruigten