Ecologie & verspreiding
Hauwklaver wordt gevonden op warme, droge tot vochtige, vaak wisselvochtige, voedselarme, uitgesproken stikstofarme, basenhoudende, kalkrijke, dichtgeslagen, grazige, soms grindige, veelal iets verstoorde leembodems. Ze groeit in moerassen, in schrale graslanden, op braakliggende plekken en in bermen. Het is een Zuid- en Midden-Europese plant, die buiten zijn gesloten areaal oostwestelijk doordringt tot in Nederland, België en Engeland. Bij ons is de soort sinds 1963 bekend van een vindplaats in Zuid-Limburg en heeft zich van hieruit op meerdere plaatsen in Zuid-Limburg gevestigd; daarnaast is ze ook opgedoken bij Nijmegen. De soort gaat achteruit in Midden-Europa ten gevolge van biotoopvernietiging en eutrofiëring, maar in Nederland is Hauwklaver bestendig of zelfs iets toegenomen. De soort is zouttolerant zoals blijkt uit haar voorkomen in brakke graslanden in Denemarken en in de Baltische staten. Kieming vindt allen plaats waar voldoende water beschikbaar is in de ondergrond. De soort is overigens gevoelig voor beweiding en maaien.
Hauwklaver wordt gevonden op warme, droge tot vochtige, vaak wisselvochtige, voedselarme, uitgesproken stikstofarme, basenhoudende, kalkrijke, dichtgeslagen, grazige, soms grindige, veelal iets verstoorde leembodems. Ze groeit in moerassen, in schrale graslanden, op braakliggende plekken en in bermen. Het is een Zuid- en Midden-Europese plant, die buiten zijn gesloten areaal oostwestelijk doordringt tot in Nederland, België en Engeland. Bij ons is de soort sinds 1963 bekend van een vindplaats in Zuid-Limburg en heeft zich van hieruit op meerdere plaatsen in Zuid-Limburg gevestigd; daarnaast is ze ook opgedoken bij Nijmegen. De soort gaat achteruit in Midden-Europa ten gevolge van biotoopvernietiging en eutrofiëring, maar in Nederland is Hauwklaver bestendig of zelfs iets toegenomen. De soort is zouttolerant zoals blijkt uit haar voorkomen in brakke graslanden in Denemarken en in de Baltische staten. Kieming vindt allen plaats waar voldoende water beschikbaar is in de ondergrond. De soort is overigens gevoelig voor beweiding en maaien.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,10-0,40 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Ondergrondse uitlopers.
Stengels/takken - De stengels zijn blauwachtig groen, liggend of opstijgend en kunnen behaard of kaal zijn.
Bladeren - De bladen zijn drietallig en omgekeerd eirond. De steunblaadjes lijken op de blaadjes. Ze zijn toegespitst, wat lichter van kleur en tegen de stengel aangedrukt.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande, gele bloemen (2½-3 cm) zijn lang gesteeld. Vlak onder de bloem groeit een schutblad. De kelktanden zijn even lang of korter dan de buis.
Vruchten - Een doosvrucht. De peulen zijn 3-6 cm, vierkantig en met vleugelranden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge tot matig vochtige, voedselarme, kalkrijke, grazige (mergel)grond. Elders ook op brakke grond.
Groeiplaats - Grasland (kalkhellingen, kalkgrasland en brak grasland) en braakliggende grond.
Bloeitijd - mei - augustus
Hoogte - 0,10-0,40 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Ondergrondse uitlopers.
Stengels/takken - De stengels zijn blauwachtig groen, liggend of opstijgend en kunnen behaard of kaal zijn.
Bladeren - De bladen zijn drietallig en omgekeerd eirond. De steunblaadjes lijken op de blaadjes. Ze zijn toegespitst, wat lichter van kleur en tegen de stengel aangedrukt.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande, gele bloemen (2½-3 cm) zijn lang gesteeld. Vlak onder de bloem groeit een schutblad. De kelktanden zijn even lang of korter dan de buis.
Vruchten - Een doosvrucht. De peulen zijn 3-6 cm, vierkantig en met vleugelranden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge tot matig vochtige, voedselarme, kalkrijke, grazige (mergel)grond. Elders ook op brakke grond.
Groeiplaats - Grasland (kalkhellingen, kalkgrasland en brak grasland) en braakliggende grond.
Familie: Fabaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkgraslanden